In gesprek met een ongelooflijk leuke ondernemer. Een aantal jaren geleden begon hij vanuit een niet zo leuke uitgangspositie met een nieuw bedrijf. Dat mocht er anders uitzien dan de andere ondernemingen in die branche. Creatiever, meer geïnspireerd, minder serieus, buiten de box en toch uiterst vakkundig. Het plezier spatte van de ondernemer en de medewerkers af. Heerlijk. Het succes bleef dan ook niet uit. Mensen vonden hun weg naar dit bedrijf, aangetrokken door de energie die er heerste.

Er kwam groei. Ineens leek het allemaal niet meer zo vrijblijvend. De behaalde omzet werd niet alleen gevierd, maar vormde nu ook de basis voor een hogere target voor de toekomst. Ze moesten de dingen maar eens serieus gaan aanpakken. Door anderen bedachte stappenplannen werden gevolgd en geïmplementeerd om nog beter te presteren op verschillende vlakken, zowel persoonlijk als zakelijk. De creativiteit leed eronder; daar leek door het succes ook gewoon minder tijd voor. Logisch, zou je zeggen, maar het voelde niet zo fijn, de verschuiving van spelen naar werken. En dat zat ‘m niet in de hoeveelheid dingen die gedaan werden, maar in de gedachten die daarbij geloofd werden.

Waar eerst nieuwsgierigheid en optimisme was, heerste nu te vaak ernst en angst. Terwijl er in het begin niet zo veel vastomlijnde gedachten waren over uitkomsten, regeerden nu rigide richtlijnen in het hoofd.

We praten over hoe heerlijk het vroeger was om buiten te spelen zonder je zorgen te maken over kleren die vies zouden kunnen worden. In de plassen stampen en door de modder rollen. En ik zien hem opbloeien als een plantje dat een tijd te weinig water heeft gekregen. Mooi.