Voor de tweede keer die week droomt mijn geliefde dat ik me als een vreselijk mens gedraag. ’s Ochtends bij de koffie vertelt hij over de nachtelijke avonturen die ik in zijn hoofd heb beleefd. Ik luister en zeg dan: “gelukkig weten we één ding; ik ben niet de vrouw van je dromen”. We liggen dubbel van het lachen om deze opmerking, die tegelijkertijd verwijst naar een diepere waarheid.
Zoals we ’s nachts dromen (denken) over mensen, situaties en een vaak ‘vreemde’ wereld, gebeurt er overdag eigenlijk hetzelfde. Weliswaar lijkt die wereld ons bekender en vinden we ‘m ‘normaal’, maar als je goed kijkt zou je kunnen zien dat ook deze realiteit zich in het denken afspeelt. Er wordt in elk moment, via de 3 principes, volkomen vanzelf en van binnenuit, een ervaring gecreëerd. Die we beleven als echt. Inclusief de ervaring van de mensen om ons heen en in de wereld. We denken een partner, collega of kind waar te nemen maar zitten tegen onze eigen creaties aan te kijken. En die ‘ander’ doet op zijn of haar beurt exact hetzelfde! Is het niet een geniaal systeem?
We dromen continu met onze ogen open en beseffen meestal niet dat dit het geval is. Dan wordt ’t ook direct ingewikkeld, want zonder deze realisatie lijkt het of we moeten ‘dealen’ met die (vervelende?) ander en die (lastige?) situatie. Terwijl onze enige ‘opdracht’ steeds is: het (h)erkennen van het feit dat we met een illusie te maken hebben.
Eigenlijk is dus iedereen de man of vrouw van je dromen; we kunnen in de wereld van de vorm niets anders ervaren dan onze zelfgefabriceerde realiteit in elk moment. Je droomt die ander tot leven. En tegelijkertijd, vanaf een ander niveau bezien, is niemand de man of vrouw van je dromen. Achter deze schijnwereld van de vorm is er simpelweg één energie in beweging.
Dank voor weer een inzichtelijk en sterk staaltje schrijfwerk, ga hier alsjeblieft mee door ;-), Sandra
Fijn dat je ’t zo waardeert Sandra!