Gesprek in de lunchroom. Onder het genot van een grote kop koffie spreken twee vrouwen over een man en diens daden. Daden die zij blijkbaar afkeuren. Er heerst verbazing en verbolgenheid aan het tafeltje. Hoe heeft die man nu kunnen doen wat hij deed. De vrouwen tasten duidelijk in het duister. Zinnen als “ik snap er echt niets van” en “het is mij ook een raadsel”  gaan over en weer. En ook: “ik had het nog kunnen begrijpen als hij…” en iets van “zou hij zich niet gerealiseerd hebben dat…” Hoofdschuddend en diep zuchtend worden de hoge glazen geleegd.

We analyseren zo wat af. We bekijken, beschrijven en beoordelen (de daden van) anderen. En soms krijgen we zo’n verhaal mooi rond. Dan sluiten we zo’n gesprek tevreden af met een conclusie en het idee dat we het begrijpen. We hebben (logische) verklaringen gevonden. Andere keren, zoals aan het tafeltje naast mij, stellen we vast dat het simpelweg onbegrijpelijk blijft.

Inzicht in onze menselijke ervaring biedt in alle gevallen en in alle eenvoud uitkomst. Die ervaring werkt namelijk maar op een manier en voor iedereen hetzelfde. Er wordt in elk moment, helemaal vanzelf, een realiteit tevoorschijn getoverd in het bewustzijn en iedereen onderneemt actie op basis van hoe die creatie er voor hem/haar uitziet. Het kan niet anders. (Tot je diep gaat twijfelen aan het waarheidsgehalte van je gedachten.) Uiteraard kan zo’n actie er voor een ander totaal niet logisch uitzien, maar ja, die ziet de betreffende realiteit dan ook niet!

Dit werpt direct ook een heel ander licht op het idee van ‘elkaar begrijpen’, of zelfs op het begrijpen van onze eigen daden in het verleden. Niemand kon anders doen dan hij of zij deed. Wij konden niet anders doen dan we gedaan hebben. Dit houdt het einde in van schuld en schaamte en een opening naar liefde en begrip voor iedereen, inclusief ‘onszelf’.

 

Share This