Een tijd geleden hadden we contact met een penitentiaire inrichting (een deftig woord voor gevangenis) met het idee daar een 3 principles programma aan te bieden. We kregen van een manager per mail de vraag of wij wel ervaring hadden met deze ‘doelgroep’. En ik dacht: ‘doelgroep? Je bedoelt mensen? Ja hoor! Ik schijn er zelf eentje te zijn’.
Wonderlijk eigenlijk, hoe we elkaar in groepjes willen indelen, gebaseerd op bepaald gedrag waar we zelf ook niet vrij van zijn als we goed in deze spiegel(wereld) durven te kijken. Misschien hebben wij geen geld of goederen gestolen, maar hebben we wel onszelf op enig moment beroofd van onze gemoedsrust of levensgeluk. Om maar wat te noemen. Wij zijn dan misschien niet tot een gevangenisstraf veroordeeld, maar hebben wel op andere manieren straf ondergaan. We veroordelen wellicht anderen, of onszelf en ons gedrag. Wellicht compleet met bestraffende toespraak. Intern of extern.
Op een ander moment besefte iemand die in het verleden als ‘cliënt’ veel te maken had gehad met de psychiatrie dat allerlei ideeën en methodes in die sector perfect spiegelden wat er zich destijds intern bij haar afspeelde (per ongeluk geloofd werd!). Men wil cliënten fiksen omdat men ze als ‘gebroken’ ziet, iets waar de cliënt zelf ook al van overtuigd is. Men wil cliënten ergens toe dwingen, al is het maar dwingen ergens mee op te houden, terwijl die dwangmatig gedrag vertonen! En zelfs gaat men in de psychiatrie soms over tot ‘separeren’ van de mens die zichzelf al zo afgescheiden en eenzaam voelt. Het is zo krom allemaal.
Wat doen we elkaar en onszelf aan? Kunnen we zien dat de menselijke ervaring een psychologisch spiegelhuis is? En dat wat we bij ‘een ander’ waarnemen (en proberen te fiksen!), ook ‘van binnen’ speelt? Wat dat betreft is begrip van de 3 principes, van de werking van de menselijke ervaring, de grote gelijkmaker. De ultieme #MeToo. Het laat me zien dat we als mens allemaal uit hetzelfde hout gesneden zijn. Uit hetzelfde (denk)materiaal bestaan, in een oneindig web van verweven gedachten. ALLES wat ik bij een ander zie of van een ander hoor, heb ik zelf ook ooit gedacht of gevoeld of gedaan. Heb ik zelf ook ervaren, in enige vorm.
De ‘delinquent’ heeft misschien fysiek geweld gepleegd, maar gewelddadige gedachten zijn niemand vreemd. Als ik terugkijk heb ik mijn lijf lange tijd geweld aan gedaan (vond iedereen nog knap ook, #fitgirl). En is geloven dat je niet goed genoeg bent niet hartstikke gewelddadig? De medemens die we het label OCD geven is dwangmatig bezig met bepaalde handelingen, maar zijn we niet allemaal wel eens dwangmatig bezig? Met een probleem of met geld verdienen of met een vervelend gevoel of met ‘er goed uitzien’? Met onze stappenteller app checken of wat dan ook? We praten over mensen met ‘afwijkend’ gedrag, maar hebben we onszelf niet (ooit of nu) afwijkend van de norm gedragen? Ik wel. Schrikken we van een schreeuwend medemens of realiseren we dat we zelf ook wel eens intern schreeuwen of geschreeuwd hebben, om aandacht bijvoorbeeld? Al is het maar op sociale media? Waar de één fysiek uithaalt met een vuistslag, haalt de ander uit met woorden. We proberen een medemens met manipulatief gedrag te manipuleren tot ander gedrag.
We zijn allemaal hetzelfde. Niets is ons vreemd en niemand staat in werkelijkheid ‘ver van ons af’. Als we goed kijken. Hoe pijnlijk, beschamend of lastig het soms ook lijkt te zijn.
Wie de wereld van vorm zo kan zien, als een spiegelhuis, en zichzelf altijd in de ander herkent, of in ieder geval bereid is daarnaar te kijken, begrijpt ieder mens. Iedere ervaring. Elke gedachte. Weet/ voelt zichzelf niet beter of slechter dan de ‘ander’ of zich daar überhaupt van afgescheiden op een niveau dat voorbij het denken ligt.
Afbeelding van Claudio_Scott via Pixabay