Op de schrijfcursus die ik volg, leer ik dat je beter geen vragen kunt stellen in je teksten. Want daarmee zet je de lezer aan het werk in plaats van hem of haar mee te nemen in hoe  jij als auteur de dingen voelt en ziet. Toch heeft dit blog een titel met een vraagteken. Omdat het een hypothetische vraag is waar ik vandaag over mijmer. Als je zin hebt, zou ik het leuk vinden als je met me mee-mijmert.

Wat zou er gebeuren als je niets over jezelf zou geloven?

Voor zover ik kan overzien, worden alle gedachtentreinen van alle mensen uiteindelijk aangedreven door een soort pijnlijke basisgedachte. Een onderliggende gedachte die zó geloofwaardig en zó angstaanjagend is, dat we alles doen om te vermijden dat hij waar wordt. Een soort ‘original sin’ waar alle ellende die we ervaren, uit voortvloeit.

Bijvoorbeeld:

Wie diep van binnen “ik ben niet goed genoeg” gelooft, vindt zichzelf regelmatig terug op een gedachtentrein met wagonnen vol “ik moet wel – ik mag niet – zij moeten wel – zij mogen niet” en wordt dan misschien perfectionist, zeurpiet of stresskip genoemd.

Wie onder de oppervlakte “ik eindig alleen” gelooft, denkt zich een slag in de rondte om bewijs voor dat feit te vinden óf doet juist van alles om het tegendeel te bewijzen en gaat héél hard werken.

Wie gedreven wordt door het geloof (te) zwak te zijn, zal veel gedachten (en daarmee) gedrag hebben om sterk en krachtig over te komen óf zich schikken in een onnatuurlijke ondergeschikte houding.

(Het zijn voorbeelden, hè, om ergens naar te verwijzen. Dus lees deze zinnetjes alsjeblieft niet als altijd geldende oorzaak-gevolg feitjes.)

Wat ik meen te zien, is dat zodra iemand door heeft dat er zo’n gedachte speelt, de persoon in kwestie neigt tot één van deze dingen:

  1. De ‘original sin’ gedachte proberen om te buigen naar het tegenovergestelde. Voor de spiegel gaan staan en heel vaak tegen jezelf zeggen: “Ik ben geweldig! Ik mag er zijn! Ik ben het waard!” Waarmee je die ‘original sin’ gedachte zó serieus neemt, dat ‘ie te vuur en te zwaard bestreden moet worden. En al dat harde werken maakt dat hij er juist echter en meer waar uit gaat zien. Oeps.
  2. De oorsprong van de ‘original sin’ gedachte proberen te achterhalen. Vanuit het idee dat de gedachte zal verdwijnen als je de oorzaak ervan kent. Waarbij je dan in een nieuw misverstand trapt, namelijk dat de oorzaak die je achterhaalt (of verzint, ik vermoed dat er eigenlijk weinig verschil is in dit geval) waar is. Waardoor het lijkt alsof de ‘orginal sin’ gedachte bestaansrecht – want een oorzaak – heeft wat hem alleen maar echter en logischer doet lijken. Nogmaals oeps.

Er is ook een optie 3 en daarmee kom ik op de vraag uit de titel. Wat zou er gebeuren als je het leven ‘gewoon’ zou leven? Met alles wat er opkomt in elk moment. Wetende dat wát er opkomt, een creatie is van de 3 principes. Waardoor elk moment, elke ervaring, gebaseerd is op een tijdelijke gedachte. Geen ware gedachte, geen foute gedachte, geen verboden gedachte, zelfs geen ‘original sin’ gedachte maar gewoon een gedachte. Niet belangrijker dan elke andere die opkomt. Even weinig permanent als de gedachte “ik moet plassen” of “ik ga de hond uitlaten”. Als een zeepbel die even zichtbaar is en dan weer uit elkaar knapt.

Dus… Wat zou er gebeuren als je niets meer hoeft te geloven?

Share This