“Je voelt wat je denkt”, hoor je ons bij Shift Academy regelmatig zeggen. Dan kan het logisch lijken om geen dingen te denken die een ongewenst gevoel met zich meebrengen. Onder hem mom van “ik wil niet huilen dus moet ik alleen vrolijke gedachten denken” of “Ik wil niet bang zijn dus moet ik stoere gedachten denken” ga je aan de slag als een gedachtenpolitieagent om alleen de juiste gedachten te denken. Je verandert de stressvolle gedachte “mijn kind maakt teveel herrie” bijvoorbeeld in het positievere “mijn kind is heel levendig en creatief”. Of de angstige gedachte “als ik naar buiten ga kom ik die nare enge buurman misschien tegen” in het meer neutrale “ik kan de buurman ook negeren” en het stoere “ik ben dapper genoeg om zijn nare opmerkingen te ondergaan”.
Dit ‘omdenken’* kan in het moment best even lekker voelen. Toch werkt het voor veel mensen maar matig. Kijk maar naar het laatste voorbeeld hierboven. Je ziet dat er voor de aanvankelijke angstgedachte twee omdenkers nodig zijn om die eerste een beetje aardig te pareren. En vermoedelijk zijn die twee zelfs samen nog niet genoeg om ook echt zonder angstig gevoel de deur uit te gaan.
Voor mij ziet het eruit alsof dat komt doordat we niet alleen voelen wat we denken, maar ook geloven wat we denken. Zoals één van onze trainees ooit constateerde: als de gedachte er is, is hij al geloofd. En dan kan ik heel hard het tegenovergestelde proberen te denken, in de hoop dat die gedachte fijner zal voelen, maar ik geloof de minder fijne gedachte al. Ook alle argumenten die (ongemerkt en/of ongewild) mijn aanvankelijke gedachte ondersteunen, geloof ik al.
Zo bezien is omdenken proberen jezelf van je geloof af te praten. Wat me een vrij onmogelijke opgave lijkt.
Als je weet dat je ‘slechts’ denken voelt…. en je herkent ook dat denken veranderlijk, tijdelijk en illusoir is… waarom zou je het dan willen omdenken? Is dat dan niet teveel eer voor die eerste tijdelijke gedachte waarvan je het gevoel niet fijn vindt? Zou die aanvankelijke gedachte met rust gelaten zijn, dan was ‘ie alweer weg. Maar door het met omdenken bestrijden van die ongewenste gedachte, zijn we ongemerkt bezig er meer geloof in te blazen. Waardoor het alleen maar moeilijker wordt om een omdenker te verzinnen die dat geloof kan pareren en het bijkomende gevoel doet verdwijnen.
De 3 principes wijzen naar een makkelijker en eenvoudiger ‘oplossing’: weten hoe elke ervaring tot stand komt, kan de angst voor die tijdelijke ervaring doen verdwijnen en daarmee de noodzaak tot er iets aan willen/moeten veranderen.
Kortom: zien DAT je denkt, heeft meer effect op je welzijn dan WAT je denkt.
* Het ‘oorspronkelijke’ omdenken zoals door Berthold Gunster beschreven, lijkt net even anders bedoeld te zijn dan hier beschreven – alsof ‘zijn’ term aan inflatie onderhevig is.