“Ik heb nog nooit zoiets zó erg gehaat als ik dit nu haat” hoor ik haar zeggen met een wanhopige ondertoon in haar jonge stem. En ik snap het. Ook al heb ik geen idee waar de tiener het over heeft. Sterker nog: ik weet niet eens hoe ze eruit ziet. Ze loopt namelijk achter me. 😉
Misschien heeft haar vriendje het uitgemaakt, heeft ze een slecht cijfer gehaald voor haar natuurkundetoets of gaan haar ouders scheiden. Het zou ook kunnen dat ze dit jaar wéér naar die ene camping in Frankrijk op vakantie gaan terwijl ze liever een stedentripje naar Rome wilde maken, dat ze gezakt is voor haar brommerrijbewijs of op zoek is naar een leuk baantje maar die niet kan vinden.
De mogelijkheden zijn werkelijk eindeloos en toch snap ik precies wat het meisje bedoelt. Want in het moment kan een ervaring – welke ervaring dan ook – zo ontzettend naar zijn dat je alleen maar wilt ontsnappen. Omdat het voelt als het meest afschuwelijke dat je ooit hebt meegemaakt.
Maar wat je ook voelt… Het is altijd hetzelfde. Nooit iets anders, nooit het ergste dat je hebt meegemaakt.
In elk moment ervaar je namelijk hoe het denken tot leven gewekt worden door je bewustzijn. Dat bewustzijn is héél goed in zijn werk en discrimineert niet. Daarom kan het steeds opnieuw voelen alsof dit écht het allerergste is dat je ooit hebt meegemaakt. Toch is altijd hetzelfde systeem aan het werk.
Het kan heel makkelijk zijn om mee te gaan in de illusie die dat systeem opwekt, want die lijkt levensecht. Dus ga je er lekker voor zitten in die gedachtentrein van je die met hoge snelheid op hel en verdoemenis afkoerst.
Of niet.
Inzicht in hoe je menselijke ervaring ontstaat zorgt er namelijk voor dat er een klein beetje afstand kan ontstaan tussen jou en de situatie die je in het moment even heel erg haat. En dat geeft lucht en vrijheid. Vrijheid om uit je gedachtentrein te stappen bij het volgende station, nú aan de noodrem te trekken of om gewoon te blijven zitten en te genieten van het uitzicht.