Soms krijgen we in het kader van gesprekken over de 3 principes de (heel begrijpelijke) vraag; “oh, het gaat dus om vertrouwen?” En daar kunnen we even vrolijk en even ‘waarheidsgetrouw’ zowel ja als nee op antwoorden. Verwarrend? Dat leg ik even uit.
Als je met vertrouwen bedoelt dat er een diep ‘weten’ in je huist dat je ware natuur (wie je werkelijk bent) niet bedreigd of beschadigd kan worden door welke ervaring dan ook, zou het antwoord ‘ja’ zijn. Op die manier beschreven is vertrouwen een gevoel dat nergens aan vast zit. Niet aan een ander mens, niet aan wie je denkt dat je zelf bent, niet aan een Universum of godheid, niet aan een toekomstig moment waarop alles (weer) goed is. Dit vertrouwen is een automatisch bijverschijnsel van begrip van de werking van de menselijke ervaring en realisatie van je ware aard.
Het is dus vertrouwen zonder object of subject (niet: IK vertrouw op X). Het is heel natuurlijk en hoeft niet aangeleerd te worden.
Bedoel je met vertrouwen dat jij als aardepakje erop vertrouwt dat ‘het goed komt’, ‘het universum vriendelijk is’, ‘dit ook weer voorbij zal gaan’, ‘er voor me gezorgd wordt’ of op ‘jezelf’ als je persoonlijkheid, dan zullen we ‘nee’ antwoorden op de vraag of de 3 principes gaan over vertrouwen, en erop wijzen dat de metafoor verwijst naar de Eenheid van het Leven. En vanuit dat uitgangspunt is het niet logisch dat er zoiets is als een ‘ik’ die vertrouwt op ‘X’.
Alleen de hardnekkige illusie dat er geen Eenheid is, maar dat er iets anders speelt (de menselijke ervaring) maakt dat we denken te kunnen of moeten of willen vertrouwen in/op iets. Het geloof in het idee van een ‘ik’ en daarvan losstaande wereld is echter een aangeleerd misverstand. Logisch dus dat ‘leren vertrouwen’ een moeizaam proces is, dat verstoord kan worden door elke gebeurtenis waar we niet op hadden gehoopt en elk medemens dat zich niet gedraagt zoals we hadden gewild. Het vertrouwen waar wij op doelen is wat overblijft als (en op de momenten dat) deze illusie wordt doorgeprikt.
Zo kan ik jou misschien voor geen cent vertrouwen, maar is er wel vertrouwen. Zo kan ik het weer wellicht niet vertrouwen, maar is er wel vertrouwen. Zo hoef ik er niet eens op te vertrouwen dat het goed komt, maar is er wel vertrouwen. Zo kan ik de onderpresterende medewerker in alle vertrouwen ontslaan en in het volste vertrouwen mijn fiets op slot zetten.
Image by Gerd Altmann from Pixabay