Een tijdje geleden sprak ik iemand die vond dat wij Slagersdochters te vrolijk waren. De perceptie was dat wij alleen de positieve kant van het leven belichtten, waar er toch echt ook een donkere kant was. Er is niet alleen geluk maar ook verdriet, was zijn ‘verwijt’. Dat vond ik mooi gezegd en ik greep de gelegenheid om uit te leggen dat het ‘geluk’ waar wij het over hebben niet het tegenovergestelde is van ‘ongeluk’, ‘verdriet’ of een ander gevoel. Het geluk waar wij naar verwijzen is wat er over blijft als je snapt hoe alle tegenstellingen vorm krijgen (en de 3 principes vinden wij een mooi hulpmiddel voor de uitleg hiervan).
Dit geluk is je standaardinstelling.
Geluk is dan misschien ook een ‘gevaarlijke’ term. Want deze wordt zo gauw gekoppeld aan iets. Dingen die we graag willen en ook hebben of krijgen. Situaties die zijn zoals gewenst. Het feit dat je een passie hebt en die kan volgen, of iets dergelijks. Partners die van je houden en bij je blijven en kinderen die ‘het goed doen’ (wat je je daar dan ook bij voorstelt). Doelen die bereikt worden.
Het geluk waar wij naar verwijzen heeft echter geen oorzaak.
Het zit middenin groot verdriet en uitzinnige vreugde. Het bevindt zich achter fantastische sensaties en onder wat we vreselijke ervaringen noemen. Het IS er altijd, hoe en wat er zich ook schijnbaar afspeelt. Welke creatie er ook tevoorschijn is getoverd. Dit geluk houdt geen verzet in tegen wat dan ook en streeft naar niets omdat het nergens van afhankelijk is. Je zou het ook pure Liefde kunnen noemen.
Wie zich bewust wordt van de permanente aanwezigheid van dit geluk, kan inderdaad zomaar vaker vrolijk zijn. Liefdevoller, luchthartiger en lichtvoetiger leven zonder de tegenstellingen in dat leven te ontkennen of ontwijken.