Als ik naar het station fiets kom ik langs een huis met een groot grasveld eromheen. Dat is in de loop van de tijd, onder de vele bomen die voor schaduw zorgen, een mosveld geworden. De tuin ligt ook nog eens lager dan de straat en dat geeft in mijn hoofd de indruk dat ik naar een wallekant en een heel grote sloot met kroos erop kijk. Alleen het feit dat er een paar stoeltjes op staan spreekt dit tegen.
Elke keer weer willen mijn ogen (of eigenlijk mijn hersens) mij vertellen dat er stoeltjes op een sloot staan, terwijl ik natuurlijk ‘beter’ weet. En dat deed mij denken aan wat er gebeurt als je beseft dat de realiteit die je in elk moment waarneemt uit Denken bestaat. Je weet dan (ergens, diep van binnen) wel dat je naar Denken kijkt, maar de illusie dat het iets anders is blijft vrij hardnekkig. De hersens zijn daar gewoon heel goed in.
En het volgende kwam in me op: als ik van mijn fiets af zou stappen om die tuin te verkennen, zal ik niet de behoefte of de neiging hebben om eerst mijn kleren uit en een bikini aan te trekken. Want hoewel het gras er écht uitziet als kroos op een sloot, weet ik dat ik er gewoon op kan lopen. Ik zal er niet doorheen zakken en ik kan er niet in verdrinken. Zelfs niet als ik niet zou kunnen zwemmen!
Hetzelfde geldt voor een situatie of probleem dat ik waarneem. Dat ziet er vaak ook heel echt uit. Maar als ik me realiseer dat het uit Denken bestaat, zal ik niet (meer) de neiging hebben om me ertegen te ‘wapenen’ of er bang voor zijn. Zoals ik me niet hoef uit te kleden uit voorzorg of te leren zwemmen omdat er in wezen geen sloot is, hoef ik me bij een situatie of probleem er niet tegen te ‘wapenen’ of te bekwamen in het oplossen ervan.
Zonder ‘misinterpretatie’ blijf je helder, heerst er rust en is het leven een stuk makkelijker.