Laatst viel mij op dat de melding ‘iets te willen of te moeten’ vaak gevolgd wordt door een reden voor het willen of moeten. Een reden die angst inhoudt voor een gevolg of een tegengestelde beweging. Dat gaat dan ongeveer zo: “ik moet nu wel beginnen met leren, want straks zak ik voor de derde keer, daar moet ik echt niet aan denken!” Of: “ik wil écht stoppen met roken, want het is gewoon ongezond en kankerverwekkend.” En in de vertrokken gezichten en ernstige uitdrukkingen is dan te zien dat op dát moment zo’n consequentie al beleefd wordt.

De pijn die toegeschreven wordt aan het eventuele zakken wordt al ervaren. De angst die vast lijkt te zitten in ongezond of zelfs ziek zijn, wordt al gevoeld. Opmerkelijk toch? Wat we zeggen NIET te willen beleven we dus juist! Direct al, in het moment dat de gedachte opkomt, geloofd of ge-entertained wordt. Duidelijk af te lezen op het gezicht en te voelen als angst of afkeer. En nee, hier zit geen opdracht in tot het uitsluitend positief denken of formuleren!

Het gaat mij alleen om de realisatie dat we, met de waarde die we hechten aan onze verhalen, beredeneringen, voorspellingen en onderbouwingen, juist beleven wat we zeggen niet te willen. Logisch. De gedachte wordt ervaren, niet een realiteit.

Je zegt tegen je kind: “je moet voorzichtig fietsen, want straks lig je onder een vrachtwagen!” en het schrikbeeld van het kind onder de vrachtwagen wordt al beleefd. Je zegt: “ik hoop dat de uitslag van dat medische onderzoek van mijn geliefde goed uitpakt, want ik moet er niet aan dénken zonder hem verder te moeten!” en je krimpt al ineen bij het idee en van het bijbehorende gevoel. Opmerkelijk toch? We zouden het zo op een tegeltje kunnen zetten:

Wat je zegt jezelf of de ander te willen besparen, wordt nu al ervaren :-).

En bij die constatering kunnen we het laten. Kijk maar wat er gebeurt.

Image by Vitabello from Pixabay

Share This