Wie in een kramp schiet, wil daar vanaf. Logisch. Psychologische verkramping (angst, onzekerheid, stress enzo) voelt, net als een spier- of buikkramp, niet fijn. We zijn logischerwijs vaak bereid om veel te doen om zo’n verkramping op te lossen, en sommige dingen werken ook prima. Tijdelijk. Niets mis mee.
Laatst zag ik echter weer hoe contraproductief zo’n persoonlijke ‘strijd’ tegen een psychologische kramp is. Alle dingen die we doen, laten of proberen (om) te denken. Er wordt namelijk op het verkeerde ‘niveau’ gewerkt. Het is een gevecht van de persoonlijke mind tegen zichzelf. De ene kramp tegen de andere. Een bij voorbaat verloren zaak.
De persoonlijke mind, met al zijn percepties, interpretaties, projecties, overtuigingen, aannames, voorkeuren, oordelen, kennis en herinneringen IS namelijk al de verkramping. Maar wat en hoe lossen krampen dan op? Nou, vanzelf dus.
De woorden die verschenen waren: IK verkramp en HET lost op. Waarbij HET de universele Mind is. Lekker makkelijk. Ik hoef het niet te doen en me nergens mee te bemoeien. Het lost op. De timing is niet aan mijn zogenaamde persoontje. Ik ben ‘off the hook‘. Ik hoef het niet uit te vogelen, te doen of te weten.
Lijkt het een lastig idee? Ben je liever zelf aan het werk of aan het roer en is het geloof in de illusie van controle nog groot? Geeft niks. HET lost toch wel op. Vroeger of later. Wat je ook doet of laat.
HET lost op, of je nu persoonlijk ontspant in dit besef of heel erg hard ‘eraan werkt’. (In het laatste geval kan er wel de illusie ontstaan dat het hard werken aan of tegen je kramp de oorzaak is van het oplossen, maar goed. Geeft ook niks.)