Ik loop achter een mevrouw op een scootmobiel. In haar hand heeft ze een telefoon waar ze bijna wanhopig en half huilend in schreeuwt: “ik heb daar gewoon GEEN geld voor!” Later zit ik in mijn nieuwste favoriete koffietentje naast twee vrouwen waarvan er eentje op luide en boze toon aan de ander vertelt, over een mogelijk toekomstscenario thuis, dat ze ‘DÁÁR ZÓ GÉÉN ZIN IN!’ heeft. “NEEHEE!” snauwt het meisje tegen haar moeder in de supermarkt die haar vraagt of ze morgen zo’n flesje met vruchtensap mee naar school wil. “Ik ga het NÍET doen!” zegt de man met een verbeten trek om zijn mond tegen zijn gesprekspartner, die hem ergens toe probeert te overreden.
Is het herkenbaar of jou wel eens opgevallen dat een ‘nee’, ‘geen’ of ‘niet’ vaak met veel emotie wordt gecommuniceerd?
In de Zweedse serie op Netflix die Geliefde en ik nu volgen, speelt een vrouwelijke inspecteur van politie die ongetwijfeld een label zou krijgen als ze bekeken werd door een psycholoog of psychiater. Ze heeft weinig belangstelling voor persoonlijke verhalen van anderen en maakt er over haarzelf ook geen. Ze snapt al die menselijke interactie en sociale omgangsvormen niet. Men verwijt haar weinig empathie te hebben. Ze beperkt zich in haar antwoorden heel rustig en kort tot de feiten en houdt nergens rekening mee. Gevoeligheden (her)kent ze niet. Er komt een ‘ja’ of een ‘nee’. Een ‘wel’ of een ‘niet’. Ze deelt desgevraagd simpelweg mee of er wel of geen vriendje, geld of koffie is. En als ze iets wil dan vraagt ze daar zonder omwegen om en heeft ze ook geen moeite om een ‘nee’ terug te krijgen.
Verfrissend vind ik het, en van een grote eenvoud. Het maakte voor mij een paar dingen (opnieuw) duidelijk.
Ten eerste dat we als ‘normaal’ (?) mens soms grote moeite hebben met het simpelweg en zonder meer communiceren van een ‘nee’, een ‘geen’ of een ‘niet’. We halen daar een heel verhaal met veel emoties en verzet bij. Alsof we wel eerst een heel goede, gegronde en serieuze reden moeten hebben voor het uitspreken van een ‘nee’. Alsof er een heel drama moet hangen rondom ‘geen’ (geld, kinderen, idee, baan). Alsof er eerst grote boosheid of verzet opgewekt moet worden om tot een ‘niet’ te komen. Wat mij betreft een onnodige en onnodig pijnlijke omweg. Net als het vooraf eindeloos overwegen en omzichtig inkleden van verzoeken.
Ten tweede mijmerde ik ook nog even over dat vermeende ‘gebrek aan empathie’ en kon me voorstellen dat dat nog een struikelblokje zou kunnen lijken. Maar als we helder kijken, houden we met die empathie misschien juist onnodig lang de (drama)verhalen van en over onze gesprekspartners in stand. In plaats van naar de heelheid achter deze tijdelijke ervaring te kijken, houden we dan rekening met illusies. We doen alsof ze echt en waar en vast zijn, wat in essentie gewoon niet klopt en een ‘verkeerd’ uitgangspunt is.
Het leek mij een leuke oefening in helderheid, eenvoud en het doorprikken van illusies. Eens kijken of je je kunt houden bij een naakte ‘nee’, ‘geen’ of ‘niet’. Eens kijken of je kunt vragen wat je wilt zonder bang te zijn voor het antwoord. En voordat je nu het paard achter de wagen gaat spannen en hier heel erg je best voor gaat zitten doen; misschien merk je op dat dit helemaal vanzelf gaat zodra je weet wie je werkelijk bent.
(Daar kun je wat mij betreft ook gewoon beginnen. Wel zo makkelijk.)