Een paar weken geleden meldden verschillende mensen dat zij last hadden van een ‘buikgriepje’. Lichamen waren aan het kakken en kotsen (sorry voor het woordgebruik, maar ik ben dol op alliteraties). En we noemen dat wel een griepje, maar meestal is er iets ‘verkeerds’ gegeten. Iets onnatuurlijks, iets wat (in dat moment) niet bij het lichaam past. Iets wat bedorven is. Het lijf voelt zich beroerd en gooit er even van alles uit. Dat lucht op.
Voor de gelegenheid en dit blogje vergeleek ik dat met je geestelijk beroerd voelen. Dat komt ook voor. Dan speelt er een gedachte die ‘onnatuurlijk’ of ‘bedorven’ is (ver over de houdbaarheidsdatum 🙂 ). Ook de geest kan dan de aandrang krijgen om zich te ledigen. Er komt zogezegd woordendiarree uit de mond of men kotst zijn ongenuanceerde ongenoegen over een medemens uit. En gelijk aan wat er met de buikgriep gebeurt, lucht dat dan op. Het is heerlijk effectief, vooral als er simpelweg naar geluisterd wordt.
Alleen; we zijn bij een geestesgriepje geneigd (of getraind) om naar de inhoud van het uitgekotste te gaan zitten kijken. Om een analyse van de woordendiarree te maken. Om de kots en kak te relativeren, om te buigen, te weerleggen, te transformeren of erin te zwelgen.
Een psycholoog die uitnodigt tot analyse van de inhoud van je geest geeft je eigenlijk een stokje om mee in de shit te roeren. (Sorry, het wordt nu wel heel plastisch allemaal.) Een gesprekspartner die een positieve draai aan het uitgekotste wil geven, spuit er eigenlijk een lekker luchtje overheen om de nare lucht te verbloemen (positivoparfum!). Een vriendin die “oooh” en “aaaah” en “wat heftig!” roept en alle details van je wil weten, wentelt kennelijk zelf graag in de troep (en dat mag).
Een facilitator* die de aard van de menselijke ervaring kent, weet dat ‘ie niets kan weten of zinnigs hoeft te zeggen over de inhoud van de kak en kots en houdt gewoon je haar vast terwijl je spuugt. Of gooit je onderbroek in de was. Oftewel: luistert ontspannen met de eigen geest open. Trekt, zoals Geliefde nuchter opmerkte toen ik hem deze vergelijking voorlegde, gewoon de wc voor je door of wijst je op de knop die daarvoor dient.
En wellicht herken je dan een volgende keer die ‘onnatuurlijke’ of ‘bedorven’ gedachten (ze gaan zonder uitzondering, maar soms met een omweg, over ‘ik’ als een afgescheiden poppetje). Misschien realiseer je je dat die gedachten onwaar en daarmee onverteerbaar zijn en lust je ze niet meer (geloof je ze niet langer). En zo niet, dan merk je dat vanzelf. Je ervaart dan gewoon weer een griepje van de geest. Hoe ‘heftig’ ook; in wezen is er niets aan de hand.
(*We beginnen in september weer met de opleiding tot facilitator. Je bent welkom om een intake te boeken)
Afbeelding van Christian Dorn via Pixabay