Eigenlijk houden we onszelf continu voor de gek. Er komt een scenario, dilemma of onzekerheid in ons op en in plaats van dat te (h)erkennen als een gedachte (punt!) gaan we op zoek naar een ander verhaaltje om daartegenover te zetten. Om onszelf gerust te stellen, zodat we ons beter voelen. Tot het volgende scenario, dilemma of onzekerheidje opkomt. Ik geef een paar voorbeelden. En als jij jezelf hierin herkent, hoop ik niet dat je denkt dat je iets fout doet of hebt gedaan. Het gebeurt in alle onschuld. Er is echter wel iets te zien wat het leven makkelijker voor je zou kunnen maken.

-Het dilemma: We moeten een keuze maken met betrekking tot werk, onze relatie of een kind. Het denken produceert wat scenario’s, doet net alsof het alle variabelen kan overzien en de toekomst kan voorspellen, maakt een (lange?) lijst van voors en tegens en uiteindelijk valt er een beslissing. De twijfel- of analysegedachten maken plaats voor de gedachte ‘ik ben er uit’. En we constateren dan vaak dat zo’n beslissing een hoop rust geeft. En daar stappen we het misverstand in, want een beslissing kan geen rust geven. Je hebt hooguit jezelf nu verteld dat je niet meer na hoeft te denken over de keuze, waardoor je even de rust ervaart die je van nature bent.

-De onzekerheid: Je ziet wel eens een nieuwsbericht over een mysterieuze verdwijning van een persoon. De familie blijft achter. Je hoort dan dat ‘de onzekerheid’ het ergste is. Zonder dat gezien wordt, dat die uitsluitend in gedachten plaatsvindt. En als er uiteindelijk duidelijk wordt wat er met de vermiste persoon gebeurd is, zegt men ‘eindelijk rust te hebben’. Terwijl de omstandigheid exact hetzelfde is (iemand is er niet) is er een ander verhaal (waar of niet) in het hoofd geplant. De rust zit niet in dat andere verhaal, maar in het feit dat het denken even toestemming krijgt om te stoppen met zijn giswerk, horrorscenario’s en angstige verhalen.

-Het scenario: We laten onze zoon of dochter beloven dat ze niet door het bos zullen fietsen, maar een in onze ogen veiliger route nemen. ‘Want ik vind het geen prettig idee dat je alleen in het bos bent. Dan zit ik niet rustig.’ Het al dan niet rustig zitten heeft in wezen niets te maken met waar onze kinderen zich bevinden, maar alles met wat er zich voor scenario’s in ons opkomen. Of het kind nu wel of niet door het bos fietst, weten wij thuis zittend niet. Wij ervaren alleen de gedachten die door ons heen gaan. Het ‘angstige’ idee van een door het bos fietsend kind of het ‘prettige’ idee van het kind dat een andere route fietst.

Zo proberen wij continu rust te zoeken waar het in werkelijkheid niet zit. We zoeken het in ons hoofd. In geruststellende gedachten. ‘Ik vind het een fijn idee dat we nog geld tegoed hebben. Ik vind het wel een prettig idee dat ik nu een vaste baan heb. Ik vind het zo fijn om te weten waar ik aan toe ben.’ enzovoorts enzovoorts. We missen dan het punt. We herkennen het eerste scenario, dilemma en onzekerheid niet als denken. We leven in de fantasiewereld van onze gedachten in plaats van in de realiteit van hier en nu.

Ware en permanente rust bevindt zich daarachter. In de realisatie van wie je werkelijk bent. Inzicht in het wonderlijke systeem dat ons in elk moment een menselijke ervaring geeft via het denken en het bewustzijn. En dat inzicht kan zomaar leiden tot minder scenario’s, dilemma’s en onzekerheden, dus automatisch ook minder behoefte aan geruststellende ideeën om daar weer tegenover te zetten. Waardoor rust en helderheid overblijft.

Rust en helderheid waarin beslissingen vallen, geïnspireerde acties worden ondernomen en verzoeken worden gedaan.

“That which you seek has no form” (wat je zoekt heeft geen vorm) is een quote van Sydney Banks die precies omschrijft wat ik hierboven probeer te zeggen. Je zoekt geen fijne gedachte om tegenover je onzekere gedachte te zetten. Je zoekt de ruimte waar dat alles in opkomt.

Foto © Rob Tol

 

 

 

 

Share This