Regelmatig krijgen we de vraag/opmerking: Ja, maar…wat moet ik dan met mijn (pijnlijke!) gevoelens als angst, stress en somberheid doen? Heel begrijpelijk in onze westerse maatschappij waar we zo gewend zijn om te doen, te doen, te doen, te doen om de dingen beter te maken of uit te bannen. Zolang er nog geen inzicht is in het feit dat je steeds je gedachten(energie) in het moment voelt, lijkt het lastig om niets te doen.
Vanmorgen werd ik wakker met de herinnering aan mijn twee bevallingen en de weeën die daarbij ervaren werden. Voor de eerste bevalling (gisteren 26 jaar geleden!) had ik boeken gelezen over hoe je met de weeën moest omgaan. Je diende erin te duiken, was de boodschap. De fysieke pijn verwelkomen maar wel wegpuffen. Dat deed ik met overgave. Een uurtje of dertien beleefde ik toenemende pijn en toen het ondraaglijk leek te worden kwam er een klein prikje in mijn been. Dat bleek niet handig want het verdoofde de pijn wel enigszins, maar ik werd er zo suf van dat ik mijn ‘verwelkom, duik en puf weg’ strategie niet meer kon uitvoeren waardoor het allemaal alleen maar vervelender werd. Uiteindelijk was daar die prachtige zoon.
Vier jaar later, bij bevalling nummer twee, was er uit het niets een inzicht toen de eerste wee zich vrij onverwacht, een paar weken te vroeg volgens de berekeningen, aandiende. Ik zou het nu, achteraf, verwoorden als ‘oh, daar is het seintje’ al leek het destijds meer op een woordloos weten. Een paar uur lang bleef dat sein komen en gaan en er werd niets mee gedaan. Het was logisch dat er een plek werd opgezocht waar het kind ter wereld kon komen, maar dat was dat. Wat er door mijn lichaam golfde kreeg het label ‘pijn’ niet eens meer. Binnen no time was er weer een prachtige zoon.
De vergelijking van gevoelens die we als pijnlijk bestempelen met de weeën lijkt me duidelijk: het zijn beide eenvoudigweg een seintje. In het geval van weeën een seintje dat de bevalling aanstaande is; in het geval van ‘pijnlijke’ gevoelens een seintje in je lichaam dat je pijnlijke gedachten gelooft. Niets meer, niets minder. En zoals ik niet in therapie hoefde om de oorsprong van de weeën uit te vinden, hoef je ook niet te analyseren wat de mogelijke oorzaak van je pijnlijke gevoelens is. Zoals ik zag dat ik niets met de weeën hoefde te doen hoef je ook niets met gevoelens te doen. Zelfs het moderne ’toestaan’ lijkt me overbodige onzin voor iets wat er toch al is. (Als je een bureaulamp waarneemt, hoef je die ervaring toch ook niet toe te staan? Hij is er al. Lekker simpel).
Fantastisch om te zien hoe de intelligentie van het leven vormkrijgt in ons lichaam. Met seintjes voor bevallingen en seintjes voor gedachten.