Er werd mij vanaf jonge leeftijd door allerlei mensen verteld dat roken slecht is. En dat heb ik blijkbaar erg goed geïnternaliseerd.
Ik heb dan ook een bloedhekel aan roken. Ik vind het stinken. Ik vind het zonde van het geld. Ik vind mensen die roken er dom uitzien. Ik vind het walgelijk dat roken een sociaal ding is. Ik vind dat mensen die roken geen ruggengraat hebben. Ik vind dat roken een bijzonder disfunctionele manier is van omgaan met stress. Echt, ik heb er een sterke mening over.
Maar er zijn wel mensen in mijn omgeving die roken – mensen die ik aardig vind en respecteer. Mensen die ik niet vind stinken, waarvan ik zeker niet vind dat ze er dom uitzien en waarvan ik weet dat ze wel een ruggengraat hebben. Misschien heeft een ander dit soort ideeën over mensen met petjes of mensen op lawaaierige motorfietsen.
Het is moeilijk voor me om mijn ‘roken is stom’ mentaliteit te verenigen met het feit dat ik deze mensen wel gewoon mag. Raar, want het feit dat iemand rookt zegt niets over wie diegene is. Je zou het hooguit kunnen beschouwen als één facet van iemands identiteit. Net zoals het dragen van een pet of het je van A naar B verplaatsen op een motor niet perse iets zegt over wie je bent.
Vandaag viel me opeens op dat de enige reden waarom ik het überhaupt moet verenigen is dat ik er blijkbaar veel gedachten over heb. (zie alinea 2). Mijn geconditioneerde haat voor roken en alles wat ermee te maken heeft maakt dat ik al zo’n beetje vuur begin te spuwen als iemand in mijn buurt een sigaret opsteekt.
Vervolgens neem ik die gedachten ook erg serieus en maak ik er een dramatisch spektakel van in mijn hoofd. Vandaar dat ik in bushokjes regelmatig de sterke neiging moet onderdrukken om een astma-aanval te faken of op mijn tong moet bijten om willekeurige onbekenden niet te verzoeken ergens anders kankerverwekkend te gaan zijn. En ik in het bijzijn van sommige vrienden of collega’s erg mijn best moet doen om niet met mijn ogen te rollen als ze vragen of het goed is dat ze even een sigaretje gaan roken.
In plaats van allerlei gedachtenacrobatiek uit te voeren zou ik mezelf natuurlijk ook gewoon met een korreltje zout kunnen nemen. Dit is blijkbaar een onderwerp waarvan ik het interessant vind om erover na te denken. Dat betekent niet dat ik verder iets moet met die gedachten. Ik kan ze net zo goed negeren. Zoals je de radio ook kunt negeren terwijl je een gesprek voert. Het geluid is er nog steeds, maar je merkt het niet meer. En dat scheelt. Heb ik weer wat ruimte om te ademen (en dat is wel nodig, in zo’n rookwalm ;-)).