Tijdens de afgelopen driedaagse van de 3P Facilitator Opleiding kwamen we te spreken over kinderlijk en kinderachtig. Ik vond het een interessante manier van kijken naar wat de 3 principes voor ons tevoorschijn toveren.
Wie al wat langer met ons meekijkt, weet dat elke ervaring tot stand komt doordat Mind, Bewustzijn en Denken een ervaring creëren. De goede lezer herkent hier dat er geen ‘ik’ aan te pas komt. Het zijn de drie principes die voor een ervaring zorgen, niet ‘ik’ (en dus ook niet ‘jij’). Je zou dit een spiritueel of onpersoonlijk niveau van kijken naar de 3 principes kunnen noemen.
We kunnen echter ook naar de werking van de 3 principes kijken op een persoonlijk/psychologisch niveau, waar er wel een ‘ik’ is die iets voelt, meemaakt en lijkt te doen. Daar gaat dit artikel over.
Zodra je weet dat je altijd het denken ervaart én voelt, kan het je gaan opvallen dat een deel (of veel) van je eigen reacties niet erg volwassen en vrij ongenuanceerd is. Kinderlijk. Misschien noem je het zelfs kinderachtig.
Om je een voorbeeld te geven van mezelf van heel recent:
Ik was op koorrepetitie en we waren aan het oefenen voor onze theatershow in september. Daarvoor moesten we niet alleen zingen, maar ook choreografie doen. Danspasjes dus. En het bleek verrassend moeilijk voor me om én te zingen én volgens voorgeschreven regels te bewegen. (Heel eerlijk: ik doe het sowieso niet zo heel goed op voorgeschreven regels, maar dat terzijde.) Dus toen er eindelijk een nummer aan de beurt was waar geen choreo bij zat, maakte mijn lijf onmiddellijk gebruik van die vrijheid om eens lekker op de maat van de muziek te bewegen. “Zo enthousiast hoeft nou ook weer niet, hè?”, zei iemand in mijn oor. Ik verstijfde onmiddellijk, terwijl links en rechts van mij nog vrolijk bewogen werd. Er kwam even geen klank uit mijn mond. Sneller dan het licht was er een gevoel van:
Ik doe blijkbaar iets HEEL FOUT.
Ik bén HEEL FOUT.
“Het was een grapje, hoor”, zei dezelfde stem achter me. Maar het was al te laat. Het gevoel van op mijn vingers getikt worden wegens ernstig falen, was er al. Het is een perfect voorbeeld van wat we tijdens de driedaagse bespraken.
Als volwassene kan ik uiteraard uitstekend nuanceren dat er niks aan de hand was, dat mijn koorbuddy een grap maakte en er niks mee bedoelde. Maar ergens werd er een heel oud geloofje aangeraakt. Ik kan het niet werkelijk weten, maar vermoedelijk de gedachte die ik als waarheid aannam als heel jong kind: ik ben fout. En het gevoel dat opkwam, de respons die ik voelde, was zo kinderlijk als toen.
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik was altijd gewend om mezelf daar fiks voor op mijn kop te geven. “Doe niet zo kinderachtig, stel je niet aan, jij kan ook nergens tegen!” waren gedachten die al snel opkwamen om het nare gevoel te sussen of onder te sneeuwen.
Door het gesprek tijdens de driedaagse was me zó (hernieuwd) duidelijk dat er een oude gedachte werd aangeraakt, die ik – zoals Syd Banks dat zo mooi kon zeggen – “door de tijd heb gedragen”.
Waarmee het gevoel dat ik voelde, in een heel ander perspectief kwam te staan. Ik hoefde mezelf er niet voor op de kop de geven en het gevoel hoefde ook niet weg. Dat gevoel wilde blijkbaar even gevoeld worden. Punt.
Er was geen analyse nodig over het waarom en hoezo van de gedachte en het bijbehorende gevoel want het gevoel hoefde niet weg-verklaard te worden. Er was geen goed gesprek met de koorbuddy nodig over dat ze me kwetste met haar opmerking omdat kristalhelder was dat het in mij ontstond op basis van een vertaalslag die hier, aan mijn kant, plaatsvond. Er was geen oplossing nodig om van het gevoel af te komen, omdat ik zeker wist dat het gevoel vanzelf zou veranderen.
Hoe makkelijk is dát, als kinderlijke reacties óók geen punt meer zijn maar opkomen en weer verdwijnen zonder dat er iets anders nodig is dan ze voelen (en weer doordansen en -zingen, in dit geval)!