Vroeger, als je een kindje kreeg en bij de Rabobank een spaarrekening opende voor de kleine, kreeg je een boek waarin je foto’s kon plakken van de baby. Verhaaltjes kon schrijven en vorderingen kon noteren. Het heette ‘Het Boek van Ikke’. Hoe schattig. Hartstikke leuk ook, om dat later als je groot bent weer terug te zien en lezen. Of voor jezelf als ouder, als het kind inmiddels hoog en droog op kamers zit, om even in te bladeren en te mijmeren over hoe het allemaal ook alweer begon, dat leven.
Ik krijg de indruk, en correct me if I’m wrong, dat we vaak van onszelf ook zo’n boek van Ikke maken. Dat we alle herinneringen en ervaringen als verhalen en beelden vast willen leggen. Zwart op wit. En ook alvast met potlood (want je weet maar nooit) heel graag de bladzijden waar we nog niet op zijn beland willen beschrijven. Dan gaat het over doelen en wensen en (pensioen?)plannen.
Het lijkt een enorm belangrijk boek te zijn dat we graag lezen en herlezen en aan anderen voorlezen. Al dan niet op verzoek: vertel eens iets over jezelf? Wat heb je allemaal meegemaakt? Wat doet dit nu met jou? Hoe kijk je hier tegenaan? Waar heb je belangstelling voor? Hoe is dat bij jou gegaan? Waar wens je verandering in jezelf of jouw leven? En wij pakken ons boek van Ikke erbij en lezen of schrijven er in. We delen het op in hoofdstukken. Mijn jeugd, mijn puberteit, mijn werkzame leven. Mijn sterfproces en dood, uiteindelijk. Of zelfs daarna nog; de erfenis die we graag willen nalaten, zodat het verhaal tenminste niet ophoudt! We willen herinnerd worden in andere boeken van Ikke!
Ook opmerkelijk vind ik het feit dat we regelmatig een andere bladzijde willen dan er opengeslagen ligt, als daar toevallig veel verdriet of angst of somberheid verschijnt in het verhaal. En we verzetten ons eveneens tegen bepaalde (zwarte?) bladzijden uit het verleden. Die lezen we wel, vaak eindeloos opnieuw, maar we willen ze niet. Zeggen we. Als we, in alle onschuld, onder het misverstand lijden dat wij dat boek van Ikke, dat verhaal over ons leven, al die letters en woorden en zinnen ZIJN.
Dat misverstand ruimen wij graag uit de weg. Je bent dat verhaal niet, maar de maagdelijk witte bladzijde waar het nu, in dit moment, op verschijnt. En het is magische inkt, want het lost ook weer onmiddellijk op. In werkelijkheid ligt er niets vast. Hoe lang je verhaal en hoe dik het boek ook lijkt te zijn.
Wat zou er gebeuren als je je dat realiseerde? Zou het niet mooi zijn, als je niet meer gehouden bent aan wat er geschreven lijkt te zijn? Dat je in elk moment als een verse dichtregel verschijnt en verdwijnt? Ik merk, hierover converserend, dat het verlangen naar de afwezigheid het boek van Ikke groot is bij de mens, terwijl we er tegelijkertijd doodsbang voor zijn. Zo’n volledig blanco pagina. Zonder terugbladeren, wie zijn we dan nog? Zonder alvast in potlood de volgende bladzijden te beschrijven, waar gaat het dan heen?
Mooi om eens over te mijmeren en wellicht een glimp van de vrijheid op te vangen die in de blanco pagina’s zit. (Zonder daar weer naar te streven 🙂 )
wow…blanco boek…inspirerend