Als ik terugkijk, heb ik veel verschillende dingen gedaan en heb ik in steeds andere omstandigheden en omgevingen gewoond en gewerkt. In grote luxe, bij een bank, in tropische hitte, in de stad, in een dealingroom, in een vrijstaand huis, in een studeerkamer op zolder, in een dorp, in een metropool, heel eenvoudig, in een keurige nieuwbouwwijk, in een Mediterraan klimaat, op een camping, in de vrije natuur, in ons kikkerlandje, in een camper.
As ik terugkijk, zie ik dat ik diverse rollen heb vervuld. Ik was (en/of ben) moeder, kind, werknemer, freelancer, zus, leidinggevende, valutadealer, buurvrouw, docent, schrijver, partner, mentor, tante, student, digitale nomade. Niet noodzakelijkerwijs in die volgorde. Soms tegelijkertijd of in combinatie.
Als ik terugkijk, zien al die levenssituaties en al die rollen er aan de buitenkant totaal anders uit. En ik weet dat er ook heel verschillend tegenaan werd en wordt gekeken. ‘Oh, woon jij in die chique buurt?’ ‘Oh, woon jij in een camper?’ ‘Oh, ben jij thuisblijfmoeder?’ ‘Oh, ben jij schrijver?’ ‘Oh, heb jij zoveel gereisd?’ ‘Oh, zit jij op een camping?’ En bij al deze vragen en constateringen vond er beeldvorming plaats. Werd er betekenis gegeven aan de rol of omstandigheid. Ging men er van uit dat het een bepaalde beleving opleverde. Geluk en vrijheid. Of verdriet en beklemming.
En dat was en is nooit waar.
Als ik terugkijk, kon (en kan!) ik van al die rollen en in al die omstandigheden maar één ding ervaren: de gedachte die nu opkomt. Wat ik ervaar heeft niets te maken met de buitenkant, maar altijd met wat er zich van binnen afspeelt (en wat ik daarvan geloof). En degene die (of datgene wat) ervaart, blijft altijd dezelfde. Wat een rust om je te realiseren dat het streven naar ‘betere’ omstandigheden en de ‘perfecte’ rol dus overbodig is. Al blijven omstandigheden en rollen altijd aan verandering onderhevig.