Ik had de afgelopen week af en aan een erg lage gemoedstoestand, waardoor het al met al een crappy week was. Het was gewoon stom. Ik was druk. Veel te druk. Ik zou dingen niet af gaan krijgen dacht ik. De dingen waar ik mee bezig was waren eigenlijk ook geen dingen waar ik blij van werd. En door de drukte had ik er al helemaal geen zin meer in.
Een uitgelezen kans om eens te observeren wat er in zo’n situatie bij me gebeurt. Niet zulke leuke dingen doen is nog tot daar aan toe, maar als er dan ook nog eens (zelfbedachte) druk bij komt… Geen goeie combinatie.
Opvallend was dat ik kon zien dat mijn slechte gemoedstoestand zich als een olievlek uitspreidde naar alle andere onderdelen van mijn leven. Ik deed niet alleen stomme dingen waar ik geen tijd voor had (dat waren al problemen). Ik was doodongelukkig. Ik was dikker dan eerst (daar moest dus iets aan gebeuren). Ik was dommer dan eerst (misschien kon ik dus maar beter met mijn studie stoppen, maar dat had natuurlijk wel voeten in de aarde). En mijn relaties waren slechter dan eerst (vind mijn vriend me nog wel leuk? Heb ik wel een goed verjaardagscadeautje voor mijn vader?). Ga zo maar door.
Ik wist op bepaalde momenten heel zeker dat het niet meer goed ging komen. Hoe kon het ook anders? Ik had een shitty leven en ik was een slecht, dom en vervelend persoon. Niets wat ik ervoer was positief.
Maar op andere momenten had ik het eigenlijk best naar mijn zin. Dan viel het mee met de shitty-heid van mijn leven en was ik best oké.
Ding ding ding! Inzicht!
Oh ja… Ik had geen crappy week, ik had gewoon even crappy thinking. En dat inzicht, dat maakt een wereld van verschil.