Vanochtend toen hij naar het station fietste was hij vrolijk. Het zonnetje scheen en hij was met het goede been uit bed gestapt.
Toen hij arriveerde bleek echter dat zijn trein vertraging had en vervolgens dat hij überhaupt niet reed. De volgende trein was propvol. Zo vol dat hij niet eens meer kon zitten, maar als een sardientje tegen de andere passagiers aangedrukt in het gangpad moest staan. Het was ook nog eens heel warm.
Om hem hen begonnen steeds meer mensen tegen elkaar te mopperen en ook hij voelde zijn fantastische humeur van die ochtend kelderen. Straks zou hij helemaal bezweet aankomen op zijn werk. En hij moest ook nog eens in die bus, die eigenlijk ook altijd druk is. Waarom moet dan ook iedereen op hetzelfde tijdstip naar hun werk? Hadden ze daar bij de trein- en busmaatschappijen niet een beetje rekening mee kunnen houden? Grrr, en bij het remmen van de trein werd hij bijna geplet door een vrouw die uit balans raakte.
Met een donderwolk boven zijn hoofd komt hij uiteindelijk op kantoor aan. Waar hij vervolgens een lege suikerpot aantreft, vervelende feedback krijgt van zijn baas en die irritante collega tegenkomt (en de hele rit naar huis met hem zit opgescheept).
Nouja, hij had het ook kunnen weten hè? Als er één ding misgaat, is meteen je hele dag verpest. Een uitspraak die je vaker hoort.
Alsof je onheil op jezelf kunt afroepen door een foutje te maken of iets vervelends mee te maken. Alsof er dingen zijn die onherroepelijk als katalysator voor ellende werken.
Zo voelt het soms in ieder geval wel.
Waarom? Omdat in elk van ons als mensen een prachtig systeem zit: we leven, denken en zijn ons bewust van die ervaring. En dat bewustzijn discrimineert niet. Het animeert precies dat wat we denken. Is zo’n gedachte toevallig niet zo gezellig, dan trekt het bewustzijn zich daar niets van aan. En doet wat het hoort te doen: gevoel en emotie toevoegen aan een gedachte. In het geval van een ongezellige gedachte het bijbehorende ongezellig gevoel.
De ervaring van de man weerspiegelde zodoende slechts zijn gedachten in het moment. Daar had hij zich niet op hoeven focussen of bij stil blijven staan. Uiteindelijk bepaalde die focus hoe de rest van zijn dag ‘liep’ (ervaren werd). Hoe meer hij verstrikt raakte in de nare dingen die hij dacht, hoe erger en echter het voelde. Zonde. Zo werkt het systeem gewoon en daar hoeven we verder niets mee. Lekker makkelijk. 🙂