‘Hoe wil je herinnerd worden?’ lees ik in een artikel dat de mens aanspoort om toch vooral groots en meeslepend te leven. Zodat het nageslacht, een natie of voor mijn part de hele wereld zich jou later op een bepaalde manier herinnert. Met bewondering, respect of weet ik veel wat voor gevoelens je wenst op te wekken.
Waar komt die wens vandaan? was de vraag die in mij opborrelde. Vinden we onszelf zo belangrijk dat we, zelfs wanneer het verhaaltje (in mijn geval het verhaaltje Angela), tot een einde is gekomen, nog willen regelen hoe we in andere verhalen (van onze partner of kinderen of vrienden) willen verschijnen? Wat maakt dat ik het belangrijk vind om een bepaald beeld of indruk achter te laten? En kan het eigenlijk wel? Alle mensen die zich mijn overleden ouders herinneren bijvoorbeeld, hebben stuk voor stuk een eigen invulling van wie en hoe mijn vader en moeder waren. Hun eigen gedachten over deze mensen.
Iets achterlaten waar anderen van kunnen genieten; het lijkt me nu best een leuk idee. Maar even in alle helderheid: de (achterblijvende) mens kan niet genieten van ‘iets’; we kunnen alleen onze gedachten beleven van moment tot moment. Het idee dat wij, of wat we nalaten, een gevoel teweeg kan brengen bij degenen die achterblijven berust op een misverstand. En deze realisatie scheelt dan ook weer een hoop streven en indruk proberen te maken, al blijft het voluit en in alle vrijheid spelen in deze tijdelijke vorm (zonder beoogd doel) natuurlijk mogelijk!
Foto © Rob Tol