We maken van die helderheid waar wij zo graag over praten, vaak een onnodig gecompliceerd concept en daarmee een schijnbaar onbereikbare staat van zijn. Het lijkt of we in het dagelijks leven, met alles wat zich daarin afspeelt, geen toegang hebben tot de diamant in onszelf. Die rust en kalmte, dat evenwicht, die fluisterende stem die zegt: ‘doe dit, ga hierheen, toe maar’.
In werkelijkheid is waar we zo naar verlangen altijd aanwezig. We herkennen ’t alleen niet altijd of negeren die impuls omdat we aandacht schenken aan alle ‘ja-maars’ die ons angstig geconditioneerde hoofd onmiddellijk produceert wanneer we luisteren naar wat het hart wil. Dan hoor je bijvoorbeeld jezelf zeggen: ‘het liefst zou ik nu…’ of ‘als het alleen aan mij zou liggen dan…’ of ‘ik wou dat ik gewoon kon…’ Gevolgd door rationele en zeer overtuigende bezwaren waarom dit allemaal niet mogelijk of wenselijk is.
En met die bezwaren roer je weer met de stok van het verstand in de eerder zo heldere waterplas. Maak je er een modderpoel van. Geeft niets hoor; dat doen we allemaal wel eens. Onze onzekere gedachten gaan met ons op de loop. Inzien dat dit is wat we doen, maakt het makkelijker om die stok eens te laten liggen en simpelweg een stap te nemen. Hoe klein ook.