Vorige week maakte ik een wandeling op Camelback Mountain in Arizona, waar het pad niet zo heel duidelijk is. Het is namelijk een hike over een zanderig weggetje dat langzaam maar zeker steeds meer verandert in een pad van stenen. En eenmaal in de buurt van de top gekomen moet je daadwerkelijk stukken over grote rotsblokken omhoog klimmen.
Toen ik een tweetal meneren schijnbaar moeiteloos naar beneden zag wandelen, zag ik geen enkele reden om niet aan te nemen dat zij over het pad naar beneden kwamen. Want niks in de omgeving zag eruit als het pad. Het waren gewoon stenen. Dus waar die mannen flierefluitend liepen, dat was vast waar ik heen moest.
Spoiler alert: dat was het niet.
Ik kwam uit bovenop een grote puntige steen met een steile klim aan de ene kant en een enorme afgrond aan de andere kant. Normaal heb ik niet echt hoogtevrees, maar dit was teveel van het goeie.
Toen ik merkte dat ik geen manier zag om door te gaan op dat wat ik dacht dat het pad was, raakte ik in paniek. Ik wilde naar de top van de berg en dat ging op deze manier niet lukken. Diep van binnen wist ik dat ik niet genoeg ervaring had met bergbeklimmen om zoiets op een veilige manier te doen.
Dus maakte ik de beslissing om terug te gaan en begon ik enigszins verslagen aan mijn afdaling. Mijn onderbuikgevoel zei dat ik niet door moest gaan en ik luisterde. Wat overigens best een lastige beslissing was, omdat ik doorgaans niet zo van het opgeven ben (ik vergelijk mezelf soms zelfs met een pitbull).
Maar… Na een paar meter keek ik om en zag ik opeens waar het daadwerkelijke pad was. Het echte pad deze keer. Het was er gewoon wél. Een paar meter links van waar ik de mannen naar beneden had zien komen. Het was nog steeds best een pittige klim, maar op het pad was het wel te doen voor iemand die geen professioneel bergbeklimmer is.
Ik vond het een mooie metafoor voor het leven: soms beland je in een situatie waarin je niet meer weet hoe je verder moet, maar als je een stapje terugzet herken je zo weer hoe het in elkaar zit. Of je je nu letterlijk naast een angstaanjagende afrond bevindt, ruzie hebt met je partner, geen oplossing kunt bedenken voor dat probleem op je werk, of bedacht hebt dat je je huis moet opruimen maar door de bomen het bos niet meer ziet.
Je leeft en je beleeft je denken. Niets meer, niets minder. Dus hoef je niet door te drammen gewoon omdat je ooit hebt bedacht dat iets op een bepaalde manier moet. Niet als het niet goed voelt, het niet lukt of je er misschien gewoon geen zin meer in hebt.
Realiseer je je weer hoe het écht zit, valt er druk weg die je misschien wel weerhield van het zien van de oplossing. Ik bereikte de top van de berg nadat ik had losgelaten op welke manier dat moest. Daarvoor had ik niet eens kunnen bedenken dat er eventueel een makkelijkere manier was. Maar die is er wel. Altijd.
Geloof me, als het te moeilijk lijkt… Dan is het dat waarschijnlijk ook. En dus is er een manier waarop het makkelijker kan. 😉