Soms ervaar ik een denkstorm. Zo eentje waarbij ik me rot voel en er duizend dingen door mijn hoofd lijken te razen. Als een tornado die met brute kracht rondtolt, zuigt de denkstorm alle fun uit mij en mijn leven. Alles waar ik naar kijk, alles waar ik aan denk, wordt in no-time opgeslorpt door de vernietigende kracht van de gedachtentornado.
Het resultaat? Gevoelens van somberheid, uitzichtloosheid, angst, boosheid, frustratie en verdriet. Wat door zo’n gedachtentornado wordt opgewaaid is vooral oude negatieve shit. Oud denkstof, zou je kunnen zeggen. Stof dat er al jaren ligt maar nu wordt opgeblazen en ineens weer actueel lijkt. Over de fouten die ik maakte in mijn leven en mijn tekortkomingen. Over de toekomst en wat ik daarin wil maar nooit zal krijgen. Die denkstof is, heel eerlijk gezegd, een zeurverhaal en totaal liefdeloos. Woohooo wat is Linda zielig en mislukt. Altijd al geweest en gaat ook niet beter worden. Zonder enige compassie stapelen de oordelen zich op. En dat voelt naar. Heel naar. Er ontstaat hoofdpijn en een benauwd gevoel waardoor de negatieve gedachten en emoties nog moeilijker te verduren zijn.
Als je daar iets van herkent, herken je vermoedelijk ook dat je, eenmaal in zo’n situatie van discomfort, je héél graag beter wilt voelen. Dus ga je op zoek naar de uitgang of de oplossing.
Het hoofd moet rustig worden (want zonder denkstorm geen discomfort, is het idee) of er moet iets veranderen in de buitenwereld (want zonder X – of als Y er wél is – valt een deel van ons negatieve denken weg en zullen we ons beter voelen, is het idee). En als je een beetje op mij lijkt, wil je daar dan over praten. In de hoop dat je iets zult horen dat je gedachtenstorm tot bedaren brengt. Of in de verwachting dat je jezelf naar een praktische oplossing toe praat waardoor het gepercipieerde probleem verdwijnt.
Dat lijkt logisch maar is het niet.
Het is de verkeerde kant op kijken voor een oplossing. Als je goed kijkt, bestaat de gedachtentornado niet uit iets praktisch of écht. Er was bij de start van de denkstorm misschien een praktische hiccup. Een kapotte auto, een boos kind, een lege bankrekening of fysieke klachten. Maar alles wat er daarna kwam (bijvoorbeeld “dit is erg”, “dit wil ik niet”, “hoe moet dit nu verder?”, “nee, niet weer”, “ik voel me machteloos”, “dit gaat fout”) is al niet meer praktisch. Het bestaat alleen nog maar in gedachten en uit die denkstof.
En daar vanaf willen – af willen van iets dat niet werkelijk bestaat – is als Don Quichot vechten tegen windmolens.
Zinloos. Kansloos. Nutteloos.
Maar wat dan? Hoe kom je dan van die nare ervaring af?
Het antwoord is zo ridicuul eenvoudig dat velen er niet aan willen: dat gaat vanzelf.
Gedachtentornado’s gaan vanzelf liggen omdat de aard van de menselijke ervaring is dat deze voortdurend verandert. Gedachten komen en gaan. Gevoelens komen en gaan. Daar hoeven of kunnen we niets aan doen. (Twijfel je daaraan? Probeer dan maar eens een fijn gevoel vast te houden, of een fijne gedachte te blijven denken; dat blijkt onmogelijk).
Lekker makkelijk.
PS: Dit artikel is geen advies om elk negatief gevoel te bestrijden met “het is maar een gedachte” maar een uitnodiging om met ons mee te kijken hoe illusoir elke ervaring eigenlijk is. Dat lijkt in praktijk beter te lukken als je over dit onderwerp in gesprek gaat. Bijvoorbeeld met ons. 😉 Ga direct voor het Kraken van de Code of vraag een Gratis Shiftsessie aan.