Zijn collega vertelt hem dat hij zich zorgen maakt om de opkomst van robots, omdat hij denkt dat iedereen hierdoor zijn baan zal gaan verliezen. De argumenten van de collega klinken zo logisch, dat het opeens lijkt alsof het niet meer te ontkennen is dat dit een probleem is waar men in de nabije toekomst mee zal moeten gaan dealen. Een naar vooruitzicht. Zeker omdat hij toch brood op de plank moet brengen om zijn bloedjes van kinderen een beetje een fijn leven te geven. En daarnaast, hoe moet het met het huis als hij geen baan meer heeft? Nu lukt het wel met de hypotheek, maar dat is snel afgelopen als hij geen inkomen meer heeft… Langzaam maar zeker denkt de man zich in de put.
Ze wil aardig, mooi en slim gevonden worden. Dus maakt ze altijd gezellig een praatje met de buurvrouw en de caissière, probeert ze te glimlachen zelfs al is ze verdrietig, gaat ze niet zonder make-up de deur uit en ligt ze ’s nachts regelmatig wakker omdat ze zo aan het piekeren is over de dingen die ze misschien anders had moeten doen of zeggen. Ook is ze voor verjaardagen en feestjes altijd erg nerveus en raakt ze al in paniek bij het idee van het geven van een presentatie. Het gaat best goed met haar hoor, maar haar leven is wel erg ingewikkeld door haar behoefte om positief door anderen beoordeeld te worden.
Twee situaties die niet echt op elkaar lijken, maar toch iets met elkaar gemeen hebben. Namelijk: een onderliggende angst voor de gedachten van iemand anders.
De man laat zich meeslepen in de gedachten-wereld van zijn collega. Hij neemt de gedachten heel serieus en gaat vervolgens zelf ook nadenken over het onderwerp in kwestie. Met andere woorden: de collega maakt en horrorfilm in zijn hoofd en de man gaat lekker zitten kijken. 😉 De vrouw heeft gedachten over niet negatief door andere mensen beoordeeld willen worden en heeft daar ook dingen bij bedacht die blijkbaar voor een minder-dan-goed oordeel zouden kunnen zorgen. Er ontstaat daardoor een steeds langere lijst met regels waar ze zich aan moet houden. Allebei niet echt fijne situaties/gevolgen, als je het mij vraagt.
Dit zijn natuurlijk enigszins uitvergrote situaties, maar ik kan me goed voorstellen dat jij ook wel eens op één van deze twee manieren bang bent voor de gedachten van iemand anders. Om me heen zie ik het in ieder geval vaak genoeg gebeuren.
Dat kan anders. Makkelijker. Misschien niet altijd, maar in ieder geval vaker.
Hoe dan?
Door je te realiseren dat gedachten nooit waar zijn. Die van jou niet. Die van mij niet. Die van je partner, kinderen, vrienden en familie niet. Die van je collega’s niet. Die van de buren niet. Nooit.
En bovendien kunnen wiens gedachten dan ook nooit iets veranderen aan jouw kern. Van binnen ben je gewoon altijd oké. Of de robots je baan nu hebben gepikt of niet. Of mensen je nu lief, leuk, aantrekkelijk en intelligent vinden of niet.
In die wetenschap kan je gewoon het leven leven en jezelf zijn, maar dan zonder angst. Hoe ontspannen is dat?! 🙂