Een vraag die regelmatig terugkomt wanneer wij spreken over ontspannen en het hebben van rust in je hoofd luidt: maar als ik me nergens meer druk om maak en mezelf niet meer motiveer, zal ik dan niet dagen- of maandenlang apathisch op de bank blijven hangen? Gelukzalig glimlachend misschien, omdat ik de illusie van stress en doelen en angst heb doorzien, maar toch…?
Zelf zie ik dan altijd een peutertje van rond de elf à vijftien maanden voor me. Zo’n kleintje heeft (hoop ik) nog geen enkele onzekere gedachte over hoe het niet goed genoeg is en dat het toch echt, en het liefst geïnspireerd en nuttig, aan de slag moet. Er is geen gedrevenheid, geen stress, geen angst om achterop te raken en zijn doelen niet te halen.
Toch doet het op enig moment (exact het juiste moment ook, voor dit kind) verwoede pogingen om te leren lopen. Er is een impuls, een instinct als je het zo wilt noemen, om op te krabbelen en zich overeind te hijsen. Om zich op twee beentjes voort te bewegen in plaats van kruipend. Veel van die kleintjes zijn enorm fanatiek. Al vallen ze duizend keer op de luierbillen, al wordt het hoofdje steeds opnieuw gestoten, lopen zullen ze. Er is nog nooit een peuter waargenomen die meende zó volledig oké te zijn in het moment dat het gewoon bleef zitten.
En als het niet snel lukt met dat lopen, verschijnen er geen gedachten als: ‘ik ben niet goed genoeg’ of ‘ik zou nu toch onderhand moeten kunnen lopen’ of ‘dit is niets voor mij hoor, ik blijf wel kruipen’. Dat zijn gedachtepatronen die de mens op latere leeftijd bedenkt of aangereikt krijgt en gelooft. En dat is jammer. We hebben geen angstige aanjagers in ons hoofd nodig om in beweging te komen. Dat doen we van nature. We hoeven onszelf niet bestraffend toe te spreken of iets te verwijten als dingen niet (direct) lukken. Dat is aangeleerd gedrag.
(Trouwens, om de vergelijking met het lopen nog even door te trekken: wat we nu doen is zelfs daarvan een ‘ding’ maken. Ik zie mensen met een stappenteller op hun telefoon of om hun pols omdat bedacht is dat er een een minimum of ideaal aantal stappen per dag moet worden genomen. Zo maken we van iets volkomen natuurlijks als lopen zelfs iets voor op onze lijst ‘te doen, te monitoren, te sturen en te meten’.)