Ze heeft een leuke vriendenkring met veel aardige mensen die gezellige dingen organiseren, waar ze graag aan deelneemt. Dat zijn vrolijke momenten waar ze erg van geniet. Ze denkt op die feestjes niet zoveel na over haar leven en zichzelf. Ze maakt grapjes en lacht om de verhalen van haar vrienden. Ze voelt zich kiplekker.
Maar als ze alleen thuis is, zonder al te veel afleiding, steken er regelmatig depressieve gedachten en navenante gevoelens de kop op. Ze recyclet ze, zonder dat ze zich daarvan bewust is. Steeds weer malen dezelfde sombere gedachten rond in haar hoofd; steeds voelt haar lijf dan zwaar en lusteloos. En dan gebeurt er iets interessants. In plaats van simpelweg die gevoelens te voelen, zoals ze ook de vrolijke gevoelens gewoon door haar heen laat stromen als ze bij haar vrienden is, gaat ze van die depressieve gevoelens iets vinden. Ze wil ze niet. Ze denkt dat er iets mis met haar is. Ze gaat er in toenemende mate op letten. En uiteraard worden die depressieve gevoelens zo alleen maar talrijker en groter.
Waar ze de tijdelijkheid van die vrolijke gevoelens als vanzelfsprekend ziet, neemt ze die depressieve gevoelens heel serieus. Ze besluit er eerst met een goede vriendin over te praten. ‘Als ik heel eerlijk ben, moet ik zeggen dat ik een depressie heb’. De vriendin is blij dat ze zo open is. Samen analyseren ze de depressieve gevoelens, terwijl haar vrolijke gevoelens nooit het onderwerp van discussie waren. Ze stelt vast dat ze depressief is en dat ze dat tijdens de feestjes even weet te onderdrukken. De depressiviteit niet laat zien. Terwijl ze net zo goed had kunnen constateren dat ze vrolijk is en dat ze de gewoonte heeft om dat tijdens het alleen-zijn te onderdrukken.
Maar op een of andere manier lijken de depressieve gevoelens meer waarheid te bevatten. Een oplossing te behoeven. Therapie te vereisen. Terwijl in beide gevallen hetzelfde systeem aan het werk is. Soms ervaar je vrolijke gedachten en gevoelens; soms depressieve. Het bewustzijn brengt beide tot leven in jouw realiteit van dat moment. Een niet aflatend spel. Geen probleem. En als we dat kunnen zien is er veel gewonnen.
(‘Als ik heel eerlijk ben, moet ik zeggen dat ik vrolijk ben.’ ‘Goh, wat ben ik blij dat je daar zo open over durft te zijn. Zullen we het er even uitgebreid over hebben?’)