Soms hoor je een woord dat je al bijna je hele leven kent en dan ineens anders of nieuw klinkt. Laatst viel de term ‘vergissing’ in een conversatie. En ik hoorde er het ‘gissen’ in. Raden. Gokken. Veronderstellen. Speculeren. Inschatten.
Als je zeker weet wat iets is, of wat iets betekent, of waar iets toe leidt, ligt het vast. Ligt de toekomst vast. Zit jij vast. Althans, in je hoofd of in je geloof. Maar als je de mogelijkheid open laat dat je je ook wel eens zou kunnen vergissen in wat iets is, vergissen in wie of wat je bent, vergissen in wat iets betekent of vergissen in waar iets toe leidt wordt het leuk, interessant en opwindend. Misschien vergissen we ons wel continu! Simpelweg vanwege het gegeven dat gedachten niet de waarheid zijn en we in een denkwereld leven.
Een denkwereld waarin het brein, het persoonlijke denksysteem, het ikje of hoe je het ook wil noemen, maar wat gist en dat zelf niet doorheeft. Het gissen gebeurt meestal op basis van eerdere ervaringen of de herinnering daaraan. Op basis van wat aangeleerd of een gewoonte geworden is. Aan de hand van wat anderen zeggen of schrijven.
Er lijkt iets te gebeuren ‘daarbuiten’ en het brein, het persoonlijke denksysteem of het ikje gist wat het betekent. Het gist een label (dit is dus……!). Het gist soms een heel verhaal bij elkaar, gelooft het en voelt dan dat het waar is. Zo werkt het ‘systeem’ achter de menselijke ervaring.
Maar er bestaat kennelijk ook de mogelijkheid om je er bewust van te worden dat het brein, je persoonlijke denksysteem of het ikje maar wat gist. En met die bewustwording kán het dan zomaar zijn dat er iets ‘daarbuiten’ lijkt te gebeuren en dat het (brein, je persoonlijke denksysteem of ikje) ineens stil blijft. Of er komt wel wat ‘oud’ giswerk, maar het wordt als zodanig herkend. Dan kan er opnieuw gekeken worden en iets anders gezien worden. Iets nieuws. Het proces van creatie beweegt immers continu.
Of het blijft bij kijken zonder (ver)gissen.