Mijn kinderen leerden vroeger op school een liedje over bijen of wespen. Ik herinner me nog één regel: ‘zoem zoem zoem zoem, zoem zoem zoem zoem, wij prikken, wij prikken als we boos of bang of verdrietig zijn’. De bedoeling van dit liedje was kinderen minder bang te maken voor bijen met de boodschap dat ze heus niet zomaar voor de lol steken.
Ik moest daar vanmorgen aan denken, toen ik iemand hoorde vertellen over een kind dat zich uiterst vervelend had gedragen. Met de wetenschap dat ook menselijk gedrag wordt aangestuurd door de gedachten en gevoelens die er in het moment spelen, zouden we ons kunnen realiseren dat hetzelfde systeem aan het werk is. Iemand prikt omdat hij boze, bange of verdrietige gevoelens ervaart. En, heel belangrijk; niet weet waar die vandaan komen.
Want als je weet dat boos en bang en verdrietig zijn simpelweg het gevolg is van het entertainen van boze en bange en verdrietige gedachten, dan hoef je niet langer te prikken. Dan kun je je gewoon boos, bang of verdrietig voelen tot die gevoelens weer verdwijnen. Dat doen ze namelijk altijd, tenzij jij er hele verhalen aan ophangt en wild om je heen prikt (al doen we dat heus allemaal wel eens). Het maakt ook meer begrip mogelijk voor een kind dat jou, net als de bijen in alle onschuld, prikt. Al mag je best ‘au’ roepen en een gesprek beginnen over hoe je als mensenkind nu eigenlijk in elkaar zit.