Er is veel te doen rondom prestatiedruk tegenwoordig. Jongeren lijden eronder, zo wordt gesteld en dat inspireerde mij om daar eens naar te kijken. Ik kwam vooral verhalen tegen over de druk om snel af te studeren, de druk om zo jong mogelijk een carrière op de rit te krijgen, de druk om hoge cijfers te halen en de druk om perfect en interessant te zijn. Allemaal, zo las ik, opgelegd van buitenaf. Door de maatschappij die steeds sneller draait en steeds hogere eisen stelt.
Maar, zo vraag ik mij af, om die druk ook daadwerkelijk te voelen, moet je toch eerst zelf geloven dat het allemaal echt en waar is? De hele wereld kan stellen dat ik een universitaire graad moet halen, maar als ik daar geen behoefte aan heb, voel ik mij niet onder druk gezet. Mijn ouders kunnen beweren dat het belangrijk is dat ik hoge cijfers haal, maar als ik dat anders zie zal ik geen druk ervaren. Al mijn leeftijdgenoten kunnen van mening zijn dat het een goede zaak is dat ik interessante stages loop of verre reizen maak, maar als ik daar geen been in zie, voel ik geen druk om dat ook te doen. De maatschappij (wie zijn dat toch, vraag ik mij altijd af?) kan eisen dat ik me nuttig maak, maar als ik daar geen boodschap aan heb (of een heel ander idee heb van wat nuttig is) ervaar ik geen druk.
Niets en niemand kan jou onder druk zetten. Dat kun je uiteindelijk alleen zelf met het geloof dat je hecht aan andermans bedenksels en de waarde die je toekent aan je eigen gedachten. Het zou fijn zijn als jongeren dát leerden op school.