“Je bent al-tijd boos!” zegt de moeder boos tegen haar zoontje. “Dat is niet normaal, hoor! Lách nou eens gewoon!” Ze staan met hun fietsen aan de kant van de weg in het dorp. De moeder heeft ook nog een dochtertje achterop. Omdat ik al voorbijgefietst ben, kan ik de reactie van het kleine ventje niet zien. Maar mijn hart breekt voor beiden.
Voor de moeder die de boosheid van het kind persoonlijk maakt en wanhopig een ander gevoel wil zien bij haar zoon. Misschien omdat ze gelooft dat zij dan ook een beter gevoel zou hebben. Voor het jongetje dat nu de boodschap krijgt dat je gevoelens moet benoemen, beoordelen en afwijzen of manipuleren, omdat sommige gevoelens niet mogen. Althans, niet te langdurig. Dat ze niet normaal zijn of dat hij niet normaal is.
Ik vul in dat er (even) niet voldoende naar het jongetje geluisterd is, om te horen hoe zijn (denk)wereld er voor hem uitziet, maar dat kan ik mis hebben natuurlijk.
Het is een tafereel van onschuld of eigenlijk onbegrip voor het mechanisme van de menselijke ervaring. Waarop het enige antwoord liefde en begrip is, zoals Sydney Banks vaak zei. Liefde en begrip voor alles wat is. Intern en dat wat we als extern zien (maar ook intern is). Boosheid, de ‘ander’, het relateren tussen moeder en kind.
Begrip hoe voor ieder mens, op exact dezelfde manier, ervaringen tot stand komen. Begrip van onze ware natuur, de eindeloze ruimte waar die ervaringen in bewegen. Begrip ook voor de ervaringswereld van ‘de ander’. Die voor 100% uit gedachten en bijbehorende gevoelens bestaat. Heel natuurlijk. Zullen we naar elkaar en naar onszelf luisteren om te begrijpen wat er speelt? Naar de gedachten, maar vooral ook: voorbij de gedachten?
Image by Hanna Kovalchuk from Pixabay