Een tijdje geleden las ik ergens dat we een generatie verwende en verwaande kinderen aan het grootbrengen zijn. En dat dit de verkeerde kant opging. Dus werden ouders gewaarschuwd om hun kroost vooral niet voortdurend en overal de hemel voor in te prijzen. Blijkbaar zag de schrijver van het artikel dat vaak gebeuren. Vaders en moeders werden daarom aangespoord ‘realistischer’ te zijn over de prestaties van het nageslacht. Zodat hun bloedjes van kinderen later, eenmaal losgelaten in de grote-mensen-wereld, niet op hun neus zouden kijken als hen een keer werd verteld dat ze ergens minder goed in waren. Of zelfs zouden instorten door een punt van kritiek.
Het klonk als een plausibel verhaal. Als je moet kiezen tussen een verwaand kind en een bescheiden of realistisch kind, kiezen we meestal de tweede optie.
Het wordt dan misschien wel lastig om een balans te vinden, bedacht ik. Om evenwicht te houden in het prijzen van een poging tot een stilleven en voorzichtig vertellen dat die tekening misschien niet geschikt is om in het Louvre te hangen. Of je dochter aan de ene kant te stimuleren om zich vrij te bewegen en aan de andere kant toch maar mee te delen dat ze echt geen zang- en danstalent heeft, al wil ze nog zo graag Beyoncé zijn. Hoe zorg je er nu voor dat je zoon geen ‘narcist’ wordt, niet opgroeit als ‘watje’, maar een uitgebalanceerde en genereuze persoonlijkheid krijgt? Wat is de juiste manier om je dochter een ‘gezond gevoel van eigenwaarde’ te geven, maar er geen ijdeltuiterig of blasé prinsesje van te maken? Moeten al je woorden vanaf de geboorte afgewogen worden met dat (angstige idee) in het achterhoofd? Pfff.
Het artikel miste wat mij betreft de makkelijke optie. Namelijk: dat je als ouder de mogelijkheid hebt om je bewust te worden (en daarmee aan je kind ‘door te geven’) van het feit dat alles kan en mogelijk is, maar dat dit niet onze persoonlijke verdienste is. En daar komt inzicht in de drie principes om de hoek kijken.
Die beschrijven dat elke ervaring een uitkomst (oftewel creatie) is van het samenspel tussen Universele Levensenergie, Bewustzijn en Denken. Die principes verwijzen ook naar ieders ware natuur (pure Intelligentie oftewel Liefde) áchter die ervaring. Waaruit je zou kunnen concluderen, als je in alle rust en goed kijkt, dat alles wat we zo persoonlijk maken (MIJN talent, MIJN prestaties en ook MIJN kind) simpelweg onderdeel is van deze creatie. En dat elk persoonlijk toe-eigenen van zo’n ervaring, hoe uniek en fantastisch ook, op een misverstand berust. (De fameuze componist Johann Sebastian Bach wist dit trouwens ook: lees maar)
Zou het niet mooi zijn om als kind te weten dat ALLES weliswaar mogelijk is*, maar dat het niet aan jou PERSOONLIJK is om het ‘neer te zetten’ of ‘waar te maken’? Dat je eigenlijk alleen maar zelf ‘uit de weg’ hoeft te gaan (het verhaal van ikke hoeft door te prikken) om te zien wat er in die ruimte wil ontstaan?
*Kinderen weten dit eigenlijk al van nature, maar krijgen in veel gevallen iets anders te horen 🙂
Image by lisa runnels from Pixabay