Laatst realiseerde ik mij dat we onze kinderen meestal een wereld voorschotelen die bestaat uit onze persoonlijke gedachten en percepties. Een wereld die begrensd wordt door de beperkingen van onze persoonlijke denkkaders. Waar wij niet buiten kunnen kijken (al helpt het al enorm om je te realiseren dat je in Denken leeft, niet in een daarvan onafhankelijke wereld*!).
Omdat we ons daar meestal niet bewust van zijn, waarschuwen en adviseren we onze kinderen dus op basis van die beperkte denk- en ervaringswereld. Met onze persoonlijke angsten, prioriteiten, pijn- en focuspunten. In elk gezin gaan die over nét weer andere onderwerpen. Wordt er gewaarschuwd voor, of gestimuleerd richting, andere concepten.
We zeggen dan bijvoorbeeld: het is belangrijk dat je……(vul maar in). Of: je moet oppassen voor…(vul in waar jij bang voor bent). Of: je moet natuurlijk wel…
Uiteraard is dit een goedbedoelde en liefdevolle poging om hen voor te bereiden op een zelfstandig bestaan in de wereld. Natuurlijk wordt er gecommuniceerd vanuit de wens dat onze kinderen zich veilig zullen bewegen in die wereld. Daar wil ik niets aan af doen.
Maar we zien zo wel een aantal dingen over het hoofd:
-Onze kinderen mogen, zullen of moeten misschien iets heel anders denken, geloven en ervaren dan de gedachten van vader of de verhalen van moeder.
-Onze kinderen hoeven niet beperkt te worden in hun nog onbegrensde gedachtewereld (we weten immers helemaal niet wat mogelijk is!).
-Zoals eerder gezegd: de wereld is wat jij denkt dat ‘ie is.
-Onze kinderen beschikken over (ZIJN!) hun eigen oneindige bron van wijsheid. Een innerlijk kompas naar een veel diepere waarheid dan er in de ervaringswereld te vinden is.
In dit kader vind ik het volgende gedicht van Kahlil Gibran zo mooi helder:
Je kinderen zijn je kinderen niet.
Zij zijn de zonen en dochters van ’s levens verlangen naar zichzelf.
Zij komen door je, maar zijn niet van je,
en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Je mag hen je liefde geven, maar niet je gedachten,
want zij hebben hun eigen gedachten.
Tot slot een praktische ’tip’. Wat doe je nu als je kind je vraagt naar (iets in) de wereld wat verder gaat dan het praktische, en je wil niet je eigen ideeën overbrengen? Echt eerlijk zou zijn: “ik weet het niet. Ik ken alleen mijn visie en die is beperkt tot wat ik denk en geloof. Maar ik vertrouw erop dat jij voor jezelf weet of ontdekt hoe je moet leven en wat je moet doen. In het moment dat het nodig is of gevraagd wordt. Omdat je over wijsheid beschikt. Een veel grotere macht dan mijn gedachten.”
(En ik durf trouwens te wedden dat je kinderen veel minder vaak om jouw visie vragen dan je denkt of dan je merkt dat je geneigd bent deze te delen! 🙂 )
*Er is geen wereld buiten het Denken. Alles wat vorm gekregen heeft is persoonlijk, veranderlijk en uiteindelijk illusoir.