We willen vaak bij gebeurtenissen ‘het hele verhaal’ horen. Alle details, alle aspecten, alle invalshoeken, alle achtergronden, alle participanten. Waarschijnlijk om een ‘correct beeld’ te vormen of een goed gefundeerde mening te formuleren. In Amerikaanse rechtbanken zweer je als getuige of beschuldigde ook om ‘the truth, the whole truth and nothing but the truth‘ te vertellen. Ik realiseerde mij dat we hiermee ten eerste het onmogelijke verlangen en ten tweede juist maar een klein deeltje van een groter verhaal communiceren.
Even over dat eerste; het onmogelijke verlangen. Met onze wens alles te weten te komen van een gebeurtenis of situatie, gaan we voorbij aan het feit dat situaties en gebeurtenissen uitsluitend plaatsvinden in het conceptuele denken. Het brein is de grote verhalenverteller en projector van het verhaal. Zowel over wat er zich voor onze ogen af lijkt te spelen, als met betrekking tot dingen die zich afgespeeld hebben in het verleden (al is het maar drie minuten geleden). Dus horen wij bijvoorbeeld ons kind uit over wat er op school gebeurd is, dan krijgen we een unieke creatie voorgeschoteld. Het verhaal dat zich vormt vanuit deze unieke invalshoek (ons kind). En we weten allemaal dat alle medespelers in de situatie een totaal andere ervaring kunnen (gehad) hebben. We zien ook wel dat een paar maanden later er ineens op een heel andere manier gesproken kan worden over hetzelfde incident. Met andere details, een ander inzicht of een nieuwe herinnering. Objectief wordt het in ieder geval nooit. Ook niet in de rechtbank. Dus die eed is sowieso een farce.
Ten tweede lijkt het mij toe, dat wij in al onze situatieschetsen en verhalen iets wezenlijks over het hoofd zien. Namelijk het feit dat de enige onveranderlijke waarheid zich achter onze tijdelijke ervaringen bevindt. Dus waar we ons kind uithoren over een mogelijk vervelende situatie op school, zien we vaak over het hoofd dat dit kind een deel is van een groter verhaal. En met dat grotere verhaal doel ik op de oneindige intelligentie van het leven zelf dat het kind, net als wij allen, in de menselijke ervaring met zich meedraagt. Op het moment dat we heel veel waarde hechten aan het ‘kleine verhaal’, gaan we ons zorgen maken over of vechten tegen de gebeurtenis in plaats van een natuurlijk vertrouwen te hebben (en van daaruit, in alle helderheid, eventueel iets te zeggen of te doen).
Ik stel voor dat we bij en middenin elk verhaal dat zich afspeelt in deze wereld, ons bewust blijven van het hele verhaal. Het grotere geheel. Een diepere waarheid.