Als het leven tegen lijkt te zitten, als je middenin een gedachtestorm zit, als er een (groot?) probleem speelt, als je je naar voelt, als je ergens gebukt onder lijkt te gaan, is dat een prachtige gelegenheid om het binnenstebuiten paradigma te verkennen. Niet om van je vervelende gevoelens of het vermeende probleem af te komen, maar om te ontdekken wat de aard van deze (en van elke!) ervaring is.
Helaas zijn dat meestal de momenten waarop je daar geen zin en geen trek in hebt. Je DENKT dat je er geen tijd voor hebt. Je DENKT dat je wel wat anders te doen hebt nu. Je DENKT dat je nu tips en trucs en methodes nodig hebt. Je DENKT dat je (eerst?) hard moet werken om de boel te fiksen, en zo zogenaamde rust te creëren, voordat je de aard van deze ervaring op je gemakje kunt bekijken. In onze stress, wanhoop en misère hebben we de neiging om juist de heldere aanwijzingen en wijze aanwijzers af te wijzen. Een onhandig misverstand en onhandig (maar uiteraard onschuldig) gedrag, in mijn optiek.
Want als alles pais en vree is, of als je in je eentje op een bergtop staat, is het makkelijk om te beseffen dat je oké bent en alles een gedachtespinsel en geen werkelijk probleem is. Geen kunst. Maar in de momenten dat de shit the fan hits, willen we nog wel eens vergeten hoe het werkt en dat er helderheid en liefde beschikbaar is. EN JUIST DAN zit, middenin alles wat er lijkt te wringen en schuren, een kans om inzicht te krijgen. Een kans om ‘open’ te blijven (staan) in plaats van de oude paden te bewandelen en je stressvol af te sluiten. Of je te wenden tot oude ‘coping mechanismen’.
Heel lang geleden stond ik op een podium met een presentatie die ik de titel ‘Hoera! Een kind met anorexia!’ had gegeven. Niet om te shockeren en zeker geen uitnodiging om een dergelijke ‘situatie’ om te denken, maar omdat ik het werkelijk een kans vond om te zien hoe het werkt. Een kans om de heelheid te ont-dekken in wat gebroken lijkt. Een kans om verschuivingen in perceptie te voelen, vanuit een plekloze plek diep van binnen. Een kans om (steeds) opnieuw te kijken. Een kans om helder te krijgen wat wezenlijk is. Een kans om ‘af te rekenen’ met het buitenstebinnen paradigma. Een kans om verhalen door te prikken en concepten af te laten brokkelen. En dat is niet bijzonder of zogenaamd ‘knap’, maar het enige logische en het meest nuttige om te doen.
De 3 principes zijn wat mij betreft dan ook geen leuke hobby om er eens bij te pakken wanneer je tijd over hebt en ook geen methode om van je nare gevoelens of vermeende problemen af te komen, maar daadwerkelijk een aardverschuiving; een inzicht- of realisatiemodel, een ander uitgangspunt.