Toen Shifthondje Olivier en ik door de wijk liepen, kwamen we een meisje met haar puppy tegen. Het meisje zal een jaar of 11 geweest zijn, haar zwarte krulharige hondje was 11 weken, vertelde ze. De hondenbaby kwam nieuwsgierig en blij op Olivier af gehuppeld. De interesse was wederzijds maar een nadere kennismaking kon niet plaatsvinden. Het meisje tilde haar hondje op en verklaarde die handeling ongevraagd met: “Hij is bang voor andere honden”.
Voor ik het door had, kwam er uit mijn mond: “Het is niet verstandig om hem op te pakken want daarmee went hij nooit aan andere honden en krijgt hij als grote hond vervelend gedrag naar andere honden toe.”*) Mevrouw Spaanbroek was ineens een hondenexpert én een waarzegster.
Toen ik 3 meter verder was gelopen had ik al spijt van die toekomstvoorspelling. Hoe kan ik dat in hemelsnaam weten? En hoe nutteloos was het ook, om dit meisje op te zadelen met mijn gedachten over haar hond? Ik hoop van harte dat ze me niet geloofde want geen enkel kind is gebaat bij méér onzekere gedachten over de toekomst. Of dat nou in zijn algemeenheid of specifiek over je hondje is.
En ik bedacht me hóe gewoon het is om toekomstvoorspellingen aan kinderen en jongeren mee te geven. Je herkent ze vast:
“Doe een jas aan want anders word je ziek”.
(Echt?! Waren er niet al honderden onderzoeken die aantonen dat kou & ziek worden niets met elkaar te maken hebben?)
“Maak je huiswerk want anders blijf je zitten”. (Misschien. Misschien ook niet. En hoe erg is het om te blijven zitten? Hoeveel toekomstvoorspelling over later-als-je-groot-bent moet je doen om het tot een werkelijk probleem te maken?)
“Als je nu niet naar bed gaat, ben je morgen te moe voor schoolreisje”. (Misschien. Of niet. En nee, kom nou niet met terugblikken over vorige momenten waarop je vermoeidheid bij dit kind constateerde om je toekomstvoorspelling een hoger waarheidsgehalte te geven. Elk moment is nieuw en heeft de potentie tot een volkomen nieuwe en andere ervaring.)
“Als je blijft zitten dan kom je in een klas zonder vrienden”. (Wellicht en dan zie je je vrienden in de pauze of na schooltijd en maak je nieuwe vrienden in je nieuwe klas. Oh… Wacht… Daar heb jij als ouder dan weer andere toekomstvoorspellingen bij. Over het leeftijdsverschil met de klasgenoten en wat dat voor je kind gaat betekenen. Over het feit dat het straks dan een jaar later pas naar het vervolgonderwijs gaat. Over de moeilijkheden die je kind mogelijk ervaart doordat het nog schooljaren lang ouder zal zijn dan de klas- of studiegenoten.)
Als ik het zo opschrijf, fascineert het me hoeveel van de toekomstvoorspellingen een angstige ondertoon hebben. Hoe we als ouders proberen te waarschuwen voor de gevaren en moeilijkheden die mogelijk, in de toekomst, voorbij kunnen komen.
Zijn we als ouders zo bang dat ons kind het leven niet aan kan dat die waarzeggerij nuttig of nodig lijkt? Of zijn het bedreigingen “to scare our children into submission”, zoals het in het Engels zo mooi te zeggen is? Letterlijk vertaald: onze kinderen bang maken zodat ze onderdanig worden. Of minder letterlijk: ze bang maken zodat ze doen wat wij willen. Is het een manier om onze eigen onzekerheid of onrust over de onbekende toekomst van ons kind een beetje te sussen en tijdelijk van die vervelende onzekere sensatie in ons lijf af te komen?
Wat mij betreft gaan we bij het waarzeggen ongemerkt aan twee ‘waarheden’ voorbij waar de 3 principes steeds opnieuw naar wijzen:
- Iedereen heeft aangeboren wijsheid die niet kapot te krijgen is en van waaruit het leven als het ware zichzelf leeft. Die aangeboren wijsheid verdwijnt nooit maar lijkt wel verstopt te kunnen raken onder (angstig) denken. Waarzeggerij helpt niet om die aangeboren wijsheid zichtbaar te houden of opnieuw te maken. Wijzen op die innerlijke (veer)kracht, wél. (voorspel ik dan hè – kijk dus zelf of je het herkent 😉 )
- Je hebt geen dreigende waarzeggerij nodig om in het moment bepaald gedrag een halt toe te roepen. Een gillend kind hoef je niet te accepteren. Iemand die je slaat ook niet. Maar wat mij betreft wel handig om er elke keer weer even bij stil te staan of je het gedrag HIER & NU zo erg vindt, of dat de waarzegger in je hoofd overuren draait met toekomstvoorspellingen over de gevolgen voor later, “wat als dit nooit overgaat”, “de buren”, etc. Angst is nooit een goede raadgever; ook niet in opvoeding.
Kortom: als je een waarzegger of waarzegster in jezelf herkent, kan het handig zijn er eens bij stil te staan waarom je zo graag toekomstvoorspellingen doet. Is het angst of onzekerheid? Is het gewoonte? Is het (goedbedoelde) manipulatie? Ik ben benieuwd wat je ontdekt.
*Behalve vooruitblikken naar de toekomst van het meisje en haar pup, gooide ik ook nog even terugblikken. En bedacht me 5 minuten later dat als ik al íets had willen zeggen dat wellicht wel behulpzaam voor dit meisje zou zijn, dat beter had kunnen zijn: “Bang zijn is niet erg. Hondjes zijn er op gemaakt om af en toe bang te zijn.”