Uit angst een kind te verliezen of de wens het te beschermen, blijven we eindeloos helpen, controleren, aanmoedigen, regelen, pamperen, duwen en trekken. Daarmee verliezen we vaak tóch een leven: dat van onszelf.
Het is begrijpelijk; we hebben geleerd dat je als ouder (en vooral als moeder) onvoorwaardelijk je kind moet steunen. We worden er via emotionele boodschappen op Internet steeds weer aan herinnerd: jij en je kind zijn onlosmakelijk en levenslang in liefde met elkaar verbonden en dat is natuurlijk helemaal waar. Er is echter niemand bij gebaat als ouders volledig in beslag worden genomen door een ziekte, de psychische toestand of verslaving van een kind. Sterker nog, je hebt als ouder je kind weinig te bieden als je in een permanente staat van angst verkeert. Liefde is ook (en soms: vooral) loslaten in vertrouwen. Het kan betekenen dat je even aan de zijlijn gaat staan. Altijd met de focus op het welzijn en de zelfredzaamheid van je kind, ook al ‘bewijst’ die keer op keer het tegendeel. Uiteindelijk zal hij of zij erbij gebaat zijn.
Je bent hier niet alleen als ouder van je kind. Het is één van de (hoofd)rollen die je vervult, maar maak ‘m niet belangrijker dan ‘ie is. Of liever gezegd: maak jezelf niet belangrijker dan je bent in het leven van je kind.
Je kinderen zijn je kinderen niet. Zij zijn de zonen en dochters van ‘s levens hunkering naar zichzelf. Zij komen door je, maar zijn niet van je, en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe.
Je mag hun je liefde geven, maar niet je gedachten, want zij hebben hun eigen gedachten. Je mag hun lichaam huisvesten, maar niet hun ziel, want hun ziel toeft in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen.
Je mag proberen hun gelijk te worden, maar tracht niet hen aan je gelijk te maken. Want het leven gaat niet terug, noch blijft het dralen bij gisteren.
Jullie zijn de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen worden weggeschoten. De boogschutter ziet het doel op de weg van het oneindige en hij buigt je met zijn kracht, opdat zijn pijlen snel en ver zullen vliegen. Laat het gebogen worden door de hand van de boogschutter een vreugde voor je zijn: want zoals hij de vliegende pijl lief heeft, zo mint hij ook de boog die standvastig is. (Khalil Gibran)