Soms heb ik de gedachte dat er iets moet gebeuren. Dat ‘iets’ kan groot zijn maar meestal is het iets kleins dat alleen maar groot voelt. De afwas die gedaan moet worden, de hond die nog uit moet of dit blogje dat geschreven moet worden.
Altijd als er een ‘moeten’-gedachte er is, is er tegelijkertijd een ontbreken van zin of inspiratie. Wat feitelijk geen enkel probleem is, want dan doe ik lekker niks of iets heel anders. Dit zijn de momenten waarop een gedachte aan komt waaien en weer wegwaait zonder inspanning van mijn kant.
In het verleden nam ik de ‘moeten’ gedachte serieus. Dan ontstond er een heel verhaal in mijn hoofd met voors en tegens en ideeën over de noodzaak van dat ‘moetje’. Met innerlijke discussies over “geen zin maar ik moet wel want…”
Dan had ik het heel druk in mijn hoofd omdat achter die ‘want’ logisch klinkende redenen volgden om te doen wat ik ‘moest’ doen. Het ene argument nog geloofwaardiger dan het andere. Voor mij dan he? Als jij ze leest vind je ze misschien helemaal niet voor de hand liggend.
De hond moest bijvoorbeeld door mijzelf uitgelaten worden, ook als ik ziek was, omdat:
- Je een hond minimaal 2 uur per dag moeten laten wandelen omdat hij anders depressief kan worden.
- Het dierenmishandeling is als je je hond niet uitlaat.
- Hij te dik kan worden door te weinig beweging en dan jong sterft aan obesitas.
- Je een ander niet kan vragen jouw hond uit te laten.
De argumenten die in mijn hoofd opkwamen, zagen er allemaal onweerlegbaar wáár uit waardoor het moetje in kwestie niet vermeden kon worden.
Tot ik mettertijd meer en meer ging herkennen hoe de 3 principes ook hier aan het werk waren.
Het is de interessante crux van dit verhaal: wat in mijn hoofd opkomt, ziet er voor mij waar uit. Want wat ik denk, word door mij gevoeld. Zo werken de 3 principes: je voelt wat je denkt. En daarmee lijkt het onomstotelijk de waarheid te zijn en kun je bijna niet anders dan:
óf jezelf opjagen door alles proberen te doen wat als moetje in je hoofd opkomt
óf urenlange interne discussies met jezelf moet voeren over nut & noodzaak van dit moetje.
Beiden zijn nogal omslachtige en weinig gezonde strategieën. Veel handiger – en een stuk moeitelozer – is om steeds vaker en meer te gaan herkennen dat je tegen denken aan zit te kijken.
Wat ‘moet’ is niet werkelijk noodzakelijk, het voelt noodzakelijk doordat de 3 principes aan het werk zijn. Je denkt dat het noodzakelijk is maar die gedachte is niet waar. Hij lijkt alleen maar waar.
Dat inzicht geeft je meer bewegingsvrijheid om af en toe eens lekker te laten wat je denkt te moeten doen.
Betekent dit dat allerlei schijnbaar noodzakelijke activiteiten niet meer plaatsvinden? Welnee. Wat gedaan wil worden, gebeurt gewoon. Daar is geen moetje voor nodig. Alleen gebeurt het later, minder vaak of op een andere manier (en zou je zomaar kunnen constateren dat er veel minder ‘noodzakelijk’ is, dan je altijd dacht).