Door een berichtenwisseling in een van de voormalige opleidingsgroepen ontstond er bij mij een interne mijmering. Er was de vraag of wij een video of podcast hadden gemaakt over het onderwerp ‘psychose’ of vergelijkbare aandoeningen. Ik merkte op dat er geen psychische aandoeningen zijn (alleen het niet herkennen van de rol van Thought en je vergissen in wat je wezenlijk bent).

Natuurlijk wist deze oud-leerling dat al lang, maar ze dacht dat een praatje over dit onderwerp van De Slagersdochters misschien lekker zou aansluiten bij iemand die dat nog niet wist. En ineens kwam in mij op: misschien moeten we eens ophouden met aansluiten. Misschien is door onze pogingen tot het vinden van aansluiting bij wat veel mensen (nog) denken, bij het zogenaamde oude uitgangspunt, het juist onvoldoende duidelijk geworden dat ‘de 3 principes’ écht een ander paradigma zijn waar het gaat om de werking van de menselijke psyche. Misschien moeten we veel korter door de bocht. Dan is het maar helder waar het over gaat en waar het absoluut NIET over gaat: het is geen nieuwe stroming, het is geen andere manier om te kijken naar wat al gecreëerd is, noch is het een alternatieve behandeling van geestelijke aandoeningen. Het is geen methode in de eindeloze verzameling methodes. Het is nergens mee te combineren omdat het overal aan vooraf gaat en van alles de essentie is.

In de appgroep stelde ik voor dat we voortaan mensen die op zoek waren naar een passend antwoord op de huidige tsunami aan psychische klachten zouden vragen: “Wil je iets radicaal anders horen? Nee? Oké. Kusje!”

En laat ik hier trouwens vooral voor mezelf spreken, bedenk ik nu, want als je als facilitator liever wel bij het oude paradigma of het bekende ‘aansluit’, moet je dat natuurlijk zeker doen. Hopelijk verdwaal je niet op de omweg. Bij mij kwamen er echter in dat kader termen op als ‘pappen en nathouden’. En een zelfverzonnen variant op een oud gezegde: ‘onheldere heelmeesters houden de illusie van een wond intact.’

Uiteindelijk maakt het allemaal niet uit, natuurlijk. We kunnen van en voor elkaar, en misschien zelfs van en voor ‘onszelf’, helemaal niet weten hoe lang we ons moeten blijven vergissen in wat we zijn. We kunnen helemaal niet weten hoezeer we op moeten gaan in deze droom van afgescheidenheid. We kunnen helemaal niet weten hoe diep we in de wereldse waan (in de psychose?) moeten duiken. We kunnen helemaal niet weten hoe sterk de identificatie met de persoonsvorm moet zijn. We kunnen helemaal niet weten hoe vaak iemand, om met de woorden van mijn eigen mentor te spreken ‘met zijn kop door de grindbak moet’ (au! Kusje?).

Alleen hoop ik dat ik daar niet aan ‘meewerk’, als ik het kan helpen. Als ik me er bewust van ben en ophoud met aansluiten.

Afbeelding van Josh Clifford via Pixabay

Share This