Bij verstoppertje spelen gebruikten wij als kind de term “Buut vrij!” om aan te geven dat we het doel hadden bereikt en dus niet meer ‘gepakt’ konden worden. Op de Buut was je veilig.
Wandelend rondom een speeltuin waar ik die uitspraak hoorde roepen, overviel me het heerlijke gevoel dat we altijd “Buut vrij!” zijn. Zonder uitzondering.
Er zijn geen buten (doelen) om naar te streven.
Er is niks of niemand die ons kan pakken.
Altijd veilig.
Alleen beseffen we ons dat vaak niet. Gaan we mee in het idee dat er iets mis met ons is. Geloven we de gedachten dat wij of ons leven pas okay zijn als er iets bereikt is, een bepaald niveau is behaald, een relatie voldoet aan de voorkeuren of een bezit in stand is gehouden.
Meer en meer ga ik herkennen dat het ‘okay’ waar we naar zoeken – wat je ook zou kunnen benoemen als innerlijke rust of geluk, niet iets is om te bereiken. Er is geen Buut om naartoe te rennen. De Buut draag je altijd met je mee. De Buut is wat je bent. En dan niet jij als persoontje met alle gedragingen en karaktereigenschappen en uiterlijkheden waar je een mening over kunt vormen en die totaal veranderlijk zijn. Maar dat wat jou in essentie jou maakt.
Dat wat jou in essentie jou maakt, is niet goed te beschrijven. We kunnen er een soort van gevoel voor hebben. Snappen waarnaar verwezen wordt zonder het te kunnen analyseren. Als ik toch probeer een woord te vinden dan kom ik met ‘constante’. Dat wat onveranderlijk aan mij en aan jou is. Iets wat er was toen ik 4 was en me voortbewoog in een klein lijfje, wonend met mijn ouders achter een slagerij in de Columbusstraat in Den Haag. Die constante was er ook toen ik 15 was en me kapot verveelde op de middelbare school, als ik aan het paardrijden of volleyballen was, tijdens liefdesverdriet en terwijl ik danste in de disco. Alhoewel alles veranderde qua uiterlijk, leefomstandigheden en zelfs karaktereigenschappen bleef dat wat mij altijd al mij maakt. Het was er ongeacht de staat van mijn lijf, wat ik meemaakte of wat ik fijn en niet fijn vond. En het veranderde er niet door.
Dat, die constante, is de Buut waar we niet naar toe hoeven te rennen en waar we nooit wezenlijk bij vandaan zijn. Hij is hooguit verborgen onder een berg echt uitziende maar in werkelijkheid illusoire gedachten. Altijd Buut vrij!