Op enig moment in ons bestaan als mens gaan we ons gebeurtenissen toe-eigenen. Het idee van een ‘ik’ wordt in de mix gegooid en ineens worden we verantwoordelijk voor wat vanzelf gebeurt (leven). Dan poept een 2- of 3-jarige op de WC en komt daar zomaar een (trotse of bange) gedachte bij op, in de trant van:”dat heb IK gedaan!” Ouders en verzorgers dragen, in alle onschuld, enthousiast bij aan dit idee. Aan deze aanname. Omdat ze zelf ook geloven dat ze een poppetje in de wereld zijn. Dat geeft niets, er gaat niets ‘fout’; uiteindelijk gebeurt ook dit gewoon. Maar het is wel eens interessant om naar te kijken. Als je verlangt naar makkelijker leven.
Eerst was er gewoon poepen (met excuses aan onze Vlaamse lezers voor dit woordgebruik), en nu is er een kind dat verantwoordelijkheid neemt en/of krijgt over het al dan niet poepen en de locatie. Wat zegt ons dat? Zelf zie ik dat er een van zichzelf onschuldig, maar overbodig idee is toegevoegd aan wat al vanzelf gebeurde.
En daarmee worden we verantwoordelijk gehouden voor, schuldig gemaakt aan maar óók geprezen voor wat, als we goed kijken, uit zichzelf gebeurt (dát heb jij knap gedaan Jantje!).
Als ‘groot mens’ schrikken we nog wel eens van de suggestie dat alles, inclusief denken en voelen, gewoon gebeurt. We worden bang dat, als dit waar is en we het ons ook écht zouden realiseren, er niets meer uit onze handen komt. Alsof je ineens niet meer poept omdat er een idee van een ‘ik’ is weggevallen. Gek toch? Je haar groeit vanzelf, je bloed stroom vanzelf, je ademhaling gaat vanzelf, denken gaat vanzelf, opstaan gebeurt vanzelf, voelen gaat vanzelf, kiezen gaat vanzelf en praten ook. Kortom; leven gebeurt vanzelf, maar wij geloven dat we er verantwoordelijkheid voor moeten nemen zodat het allemaal wel in de ‘juiste’ (lees:gewenste) banen wordt geleid. En met dat ene geloof wordt leven direct ingewIKkeld.
Want dan moet je ineens nadenken over het leven en over beslissingen. Dan moet je ineens de juiste levenswijze hebben en de juiste theorieën volgen.
En wat er nu hier (bij ‘mij’) gebeurt, is dat ik je wil waarschuwen dat je dit gegeven niet kunt gebruiken als excuus. “Ik besta toch niet, dus……..” dan ga je eigenlijk voorbij je grounding (dat wat je écht, diep van binnen weet of een glimp van hebt opgevangen). Maak je een spirituele bypass. En je hoeft deze suggestie ook niet aan te grijpen om heel ingewikkeld te gaan praten over ‘jezelf’ of het woord ‘ik’ kunstmatig gaan vermijden.
Doe en wees maar gewoon.
Als/zolang het lijkt of je wél bestaat als poppetje in de wereld, (be)leef je dat gewoon. En als het je interesseert, blijf dan nieuwsgierig naar de vraag of het ook anders zou kunnen zitten dan bijna iedereen denkt. Als/zolang het lijkt alsof je een keuze moet maken; kies eenvoudigweg. Maar als je het leuk vindt kun je je afvragen (terugkijken wellicht?) of keuzes niet óók gewoon opkomen.
Heel prettig om te weten voor iedereen die ‘zichzelf’ steeds overal verantwoordelijk voor maakt en de schuld van geeft. Dat kan en mag dus wegvallen. Maar wel samen met de trots, de credits en ‘bijzonderheid’ die je eventueel koestert. It works both ways!
Wel zo rustig trouwens.
Afbeelding van Daniel Dan outsideclick via Pixabay
Deze Vlaamse lezeres vind dit woordgebruik geweldig grappig 😀😃🙂
Gelukkig 🙂 <3
O ja…mooi artikel trouwens
Alsjeblieft! Fijn om te horen.
Heerlijk artikel. Dankjewel!