Op Twitter las ik verschillende tweets waarin mensen meldden dat zij helemaal niet blij waren met de versoepelingen van de maatregelen zoals die vorige week blijkbaar werden aangekondigd. Zij vonden het eng om weer risico te gaan lopen op een besmetting. Zij zochten steun bij anderen met de vraag of er meer mensen waren die het gevaarlijk vonden om straks weer zonder mondkapje te gaan winkelen, of eigenlijk: om mensen zonder mondkapjes tegen te komen. Want het staat je natuurlijk vrij om er wel eentje te dragen, lijkt mij, als jij je daar veilig door voelt.
Zonder in te gaan op een virus en maatregelen, trof mij de term ‘bang om te versoepelen’. Het riep een beeld op van een rigide en stram lijf. Een persoon die stijf stond (van de zenuwen?). En het deed mij denken aan een onbuigzame geest met vastomlijnde ideeën waarvan niet afgeweken mag of kan worden. Met voor deze geest goede argumenten natuurlijk! Ik zag iemand die bevroren was van angst. Door het geloof in verkregen informatie.
En ik beoordeel deze informatie niet als goed of verkeerd, en de gelovige niet als slim of dom. Ik kijk wel graag naar hoe we leven gebaseerd op geloof in ideeën. En ook: naar wat er voorbij geloof en ideeën ligt.
Het bang zijn om te versoepelen toonde mij ook hoe snel we in een mensenleven gewend raken aan rituelen, waar ik maatregelen even onder schaar. Zoals we als kleine kinderen wellicht in no time de gewoonte hadden ontwikkeld om niet op de voegen tussen de straatstenen te stappen en de bijbehorende angstige scenario’s geloofden (en dus voelden) als dat mislukte en er tóch een voeg geraakt werd. Zo rap als je op school wende aan de rituelen die je daar opgelegd werden (als de bel luidt: in de rij gaan staan!) en de vrees voor de sancties als je niet meedeed. Wie streng religieus is opgevoed, heeft daar vanuit rituelen geleerd die strikt en op bepaalde tijden moeten worden uitgevoerd. In sommige religies op straffe van uitstoting of de toorn van een Hogere Macht. Hel en verdoemenis.
Het niet-op-de-voegen-stappen-ritueel vergat je misschien op enig moment, geholpen door het feit dat er mensenkinderen om je heen waren die wél op voegen stapten en waar niets engs mee gebeurde. Of je groeide gewoon over je ‘magische denken’ heen. Voor de rituelen op school was het wellicht een ander verhaal. Omdat de meeste leerlingen zich conformeerden, en degenen die dat niet deden straf kregen of uit de groep gezet werden, werd daar je angst voor het niet meedoen bevestigd. En konden de betreffende rituelen pas achterwege worden gelaten als je van die school af was en je geen meesters en juffen meer boven je had die toezagen op de handhaving. Religieuze rituelen kunnen een leven lang beklijven of je verliest je geloof erin (en versoepelt).
De essentie van dit alles is geloof, als ik het zo bekijk. In bepaalde gedachten, of het nu gedachten zijn uit religieuze, maatschappelijke, magische, pedagogische of wetenschappelijke hoek. Of geloof in gedachten over mogelijke angstige gevolgen als je je niet aan de bij het geloof bedachte rituelen houdt.
Geloof is altijd rigide, voorbij geloof ligt flexibiliteit en flow. Beweer ik even heel stellig. Intuïtie. Spontane impulsen en responsen. Uit het hart, zou je kunnen zeggen. En natuurlijk mogen we geloven wat we willen. Als we daar al een keuze in zouden hebben! Maar voor wie het idee van versoepelen van leven, lichaam en geest aantrekkelijk lijkt, is er altijd de optie om nieuwsgierig te worden naar je geloofsovertuigingen (zonder die stuk voor stuk te gaan analyseren, hoor). Naar de waarde die je hecht aan de gedachten die zoal voorbij komen. Intern en extern, als daar al een onderscheid in is. Je kunt nieuwsgierig worden naar de aard van gedachten. Zouden ze illusoir kunnen zijn, zoals wij zeggen? Zou je veel vrijer kunnen zijn dan je nu lijkt te zijn? Zou het leven veel soepeler geleefd kunnen worden?
Wie hier samen met ons naar wil kijken: check de mogelijkheden.