Ken je dat? Dat je op een zonnige dag buiten loopt en opeens verblind wordt door de zon? Waar je eerst kon genieten van het zonovergoten landschap, de gebouwen die glimmen in het licht of de mensen om je heen die met je mee genieten van het weer, zie je nu niks meer. Alleen maar fel licht.
Het licht brandt in je ogen. In plaats van dat fijne, warme gevoel van daarnet doet dezelfde zon je opeens pijn. Maar als je knippert en je hoofd draait, langs het licht kijkt, kan je weer genieten van dat wat er om je heen is.
Een zelfde soort fenomeen treedt op als je niet lekker in je vel zit. In een lage state of mind kun je ook verblind worden. Niet door de zon, maar door de gedachten die in je opkomen over jezelf, de wereld en de mensen om je heen.
Als je je niet fijn voelt ziet de wereld er opeens een stuk minder rooskleurig uit. Je voelt je niet warm en rozig. Er is niets meer aan de dingen die je normaal leuk vindt om te doen of waar je om zou kunnen lachen als je je beter voelt. Je wordt verblind door de nare gevoelens, de pijnlijke gedachten of zelfs een interne zelfhaatmonoloog.
Zou je inzien wat er in je gebeurt op zo’n moment, zou je er net zo makkelijk langs kunnen kijken als je kan doen als je verblind wordt door de zon. Want met inzicht in hoe je menselijke ervaring tot stand komt zie je het pijnlijke licht voor wat het werkelijk is: niets.
Dan kan je er langsheen kijken en weer genieten van het prachtige weer – je ware natuur.