We zeggen het zo makkelijk, we zijn het zo gewend en het geeft ook niets; we nemen de ‘ik’ die we menen te zijn als uitgangspunt. Als centrum waar alles om draait: ik zit in de problemen. Ik heb last van ups en downs. Ik zie het niet. Ik loop vast. Ik ben depressief. Ik snap er niets van.
Laatst hoorde ik iemand zeggen: “Ik zit weer helemaal in mijn angst.” Een uitspraak die wel vaker bij ons op kantoor of via het beeldscherm van de laptop binnen komt. Vooral wanneer er aanvankelijk een inzicht was dat even alles ‘stillegde’. Een inzicht in de illusoire aard van de menselijke ervaring die even de angst deed vervagen of verdwijnen. Wellicht is het even duidelijk geweest dat je met ervaring niets hoeft te doen, wat ruimte heeft gegeven om andere ervaringen ook weer te herkennen. Maar de sensatie die we angst noemen kan een heftig en fysiek verlammend ‘ding’ zijn en komt op als het opkomt. Opnieuw (of nog steeds) geen probleem, maar dat hebben we niet geleerd of nog niet diep genoeg gezien, en dan is het er.
“Ik zit weer helemaal in mijn angst.” waren de woorden en ik hoorde iets anders dan anders. Ik hoorde een andere klemtoon. Er sprong één woord duidelijk uit. Wat ik hoorde was:
IK zit weer helemaal in mijn angst.
En dat deed me even stilvallen. Ik zag een beeld van angst als één van de vele ervaringen die beleefd kunnen worden. Één van de bewegingen die voor kan komen in het geheel van bewegingen. Één van de vormen die de Eenheid aan kan nemen om te doen alsof het niet de Eenheid is. Één van de vele dromen in Mind. Een angstdroom. Meer niet. Maar ook zeker niets minder en letterlijk levensecht. Maar wat doet die IK daar dan in? Wat heeft die er nu mee te maken?
Is dat niet een van zichzelf volkomen overbodige (en ook weer illusoire) toevoeging? Er is angst of een andere ervaring en dan is er gelijktijdig het idee om die ervaring toe te eigenen. Er MIJN angst (of wat dan ook) van te maken, en het daarmee tot een persoonlijk probleem te bombarderen. Wat het in wezen gewoon niet is.
Die ‘ik zit in de angst’ klonk voor mij ineens zoals ‘de ‘r’ zit in de maand’. En zoals we die ‘r’ in de maand betekenis hebben geven en er bepaalde adviezen aan op hebben gehangen, zo doen we dat bij een ‘ik’ in de angst ook. Die moet er hoogstpersoonlijk iets aan doen. Weerstand opbouwen of iets onderdrukken. Preventief iets slikken. Extra waakzaam zijn.
Wie weet wil je eens kijken of je die ‘ik’ in de angst kan herkennen als een gedachte, als een geloof, als een idee. En dan maar eens zien wat er wil gebeuren. Wat er mag wegvallen of oplossen. Wanneer dan ook. De ‘ik’ in de angst gaat er in ieder geval niet over.
Omdat een gedachte, een geloof of een idee letterlijk écht nergens over gaat.
Image by Andrew Martin from Pixabay