Het is blijkbaar zó verleidelijk: conclusies trekken uit het begrip van de 3 principes. We willen graag houvast, een leidraad, een gedragscode, een opdracht, een juiste manier van leven. We zoeken naar strohalmen om te grijpen. Onzeker als het aardepakje is over hoe het moet bewegen en zich gedragen en verhouden als de oude regels niet blijken te gelden. De ultieme ‘oplossing’ hiervan is uiteraard het besef dat je ware natuur helemaal geen aardepakje is, dat je dat verhaal in essentie helemaal niet bent. Maar als dat ‘een stap te ver’ (?) is en de voorkeur opkomt om eerst duidelijk te krijgen hoe de menselijke ervaring vormkrijgt, ontstaan er logischerwijs vragen. Uit angst om het oude paradigma (ik ben een poppetje in de wereld) ‘los te laten’ misschien?
Dat gaat zo. We krijgen interesse in dit nieuwe paradigma. Vaak omdat we al vastgelopen zijn binnen het heersende wereldbeeld. We zijn het duwen en trekken, de angst en de verkramping, de pijn of vermoeidheid zat en horen ‘iets’ in de communicatie over de 3 principes. Het resoneert of zo. Er wordt een waarheid in herkend. Zoiets.
We luisteren en kijken een tijdje mee en merken dat er wat verandert. Vanzelf. En in plaats van dan stil te staan bij, of eigenlijk stil te ZIJN met, de implicaties van dit nieuwe paradigma; in plaats van in alle rust te kijken hoe leven zich vervolgens ontvouwt en wat er eventueel nog meer te zien is, willen we (ons ‘ikje’!) zo snel mogelijk door naar conclusies, applicaties en gevolgen. Zo zijn we dat gewend. We hebben haast, we willen MEER. We raken onzeker over wat we nog NIET zien. Het uit zich in vragen of veronderstellingen die beginnen met het woord ‘dus’, gevolgd door het woord ‘dan’.
“Dus het maakt allemaal niet uit? Nou, dan kan ik dus ook in mijn bed blijven liggen.”
“Dus er is geen vrije wil? Nou, dan kan iedereen dus lekker zomaar mensen doodschieten zonder de gevangenis in te hoeven!”
“Dus je hoeft je niet druk te maken over uitkomsten? Nou, dan gooi ik voortaan mijn afval wel in het bos en we zien wel wat dat doet.”
“Dus ik mag mijn kinderen geen regels meer opleggen? Nou lekker zooitje zal het thuis worden. Ik heb ze wel eens een paar dagen vrijgelaten, en dat leverde behoorlijk chaos op.”
“Dus je moet alles maar over je heen laten komen? En als ik nou verkracht/ mishandeld/ gekleineerd word? Dan ben ik toch een willoze deurmat!”
“Dus de wereld en zelfs het lichaam is een illusie? Dan kan ik net zo goed mijn kat verdrinken en zelfmoord plegen!”
Begrijpelijk, maar al deze conclusies en vermeende gevolgen en gehoorde instructies zijn niet waar we naar verwijzen. En als je goed kijkt, lees je er ook alleen maar angst en onzekerheid in. En een diep geloof in de wereld van de vorm als iets wat vaststaat, met oorzaken en gevolgen, in plaats van wat het werkelijk is: een projectie van het Denken.
Als je goed luistert naar deze (voorbarige) conclusies, hoor je misschien ook een verlangen naar veiligheid en liefde en ‘het goed doen’. Naar een houvast die echter niet te vinden is in de vorm. En als je al heel lang op zoek bent naar veiligheid en liefde en de juiste manier van leven, op al die plekken waar het niet te vinden is; als je op enig moment daar moe van wordt of in vastgelopen bent; als je ook maar een flintertje waarheid herkent in de uitleg van de 3 principes, wees dan bereid het trekken van deze conclusies even op te schorten. Ga niet direct op zoek naar een praktische toepassing. Gun jezelf wat tijd om het hardnekkige geloof in het oude paradigma te laten afbrokkelen.
De veiligheid en liefde die je zoekt zit niet in (de juiste conclusies of instructies over) de vorm. Die vind je in de realisatie van je ware natuur. Die vorm regelt zich dan vanzelf wel.
Image by Benjamin Balazs from Pixabay