Vorige week dacht ik bij het zien van een oude aflevering van ‘ik vertrek’ ineens terug aan een sketch van een cabaretier. Die sketch ging over het bestellen van een broodje bij zo’n Amerikaanse keten waar je eerst het broodje kiest en dan de verschillende soorten beleg die in een vitrine liggen uitgestald. De cabaretier deed dat graag in een hoog tempo, maar sommige meisjes achter de toonbank konden dat volgens hem niet aan. Die moest je heel rustig één soort beleg aanwijzen, dan wachten tot die op het broodje was gelegd en dan pas verder gaan met je bestelling. Hij noemde hen ‘één-commando-per-keer-meisjes’.
Luisterend naar hoe mensen vertellen over hun gevoelens, gedachten en gebeurtenissen, die ik even onder de noemer ‘ervaringen’ groepeer, hoorde ik namelijk dat we al die op zichzelf staande ervaringen steeds met elkaar combineren. Als de ingrediënten die samen een broodje maken.
Dan is er bijvoorbeeld eerst het vaststellen van een vertrekdatum (ervaring). Dan volgt het inpakken van kleding en spullen (ervaring). Er komt een gevoel van spanning op (ervaring). Er is een afscheidsknuffel (ervaring). Er zijn tranen (ervaring). De gedachte ‘waar ben ik aan begonnen?’ verschijnt (ervaring). Er is moeheid (ervaring). Er is het beantwoorden van een telefoontje (ervaring). Er is een optimistisch gevoel (ervaring). Er is praten met een bankmedewerker (ervaring). Er is wakker liggen (ervaring). Er is een zorgelijke gedachte over een kind (ervaring).
Een eindeloze stroom van ervaringen die verschijnen en verdwijnen in het bewustzijn. Als de ene commando per keer die aan het meisje achter de toonbank wordt gegeven. En die we, net als dat meisje, altijd ‘aankunnen’. Want als dat niet het geval is, schakelt het systeem zich wel uit. Raak je, zoals we dat noemen, buiten bewustzijn of gaan we dood.
Nu zijn we echter gewend, of hebben we onszelf aangeleerd, om achteraf die ervaringen te combineren in een verhaal (een dik belegd broodje). En wordt er in het bovenstaande voorbeeld verteld: “Nu het vertrek dichterbij komt, word ik toch wel zenuwachtig hoor. Je bent al heel druk met alles regelen en dan zijn er de mensen van wie je afscheid moet nemen. Dat is af en toe best emotioneel. Ik heb wel een traantje gelaten hier en daar hoor, dat mag je best weten. En met de bank is het nog steeds niet geregeld, hè, dat komt er ook nog bij. Ik slaap er gewoon slecht van en dat doet toch een aanslag op je gestel. We lopen allebei op ons tandvlees. Maar over de hele linie genomen ben ik nog steeds optimistisch, hoor. Dat is toch wel het overheersende gevoel. Alleen maak ik me soms een beetje zorgen over de kinderen, of het voor hen wel goed uitpakt allemaal. Je rukt ze toch weg uit hun vertrouwde omgeving en dat zal best impact hebben.”
Het geeft niets dat we dit doen, het zorgt zeker voor vermakelijke programma’s, maar als je lijdt onder je eigen verhalen, als het gaat wringen en schuren (van zichzelf ook gewoon een ervaring trouwens), dan is het misschien wel nuttig en verhelderend om daar eens rustig naar te kijken. En jezelf af te vragen of je niet, in alle onschuld, bezig bent om pure ervaringen (soorten beleg) te combineren tot een enorm verhaal (broodje) dat je jezelf en anderen presenteert?
Zou het kunnen zijn dat er van nature simpelweg één-ervaring-per-keer is? Eén gedachte in het bewustzijn? En dat we, door die in ons hoofd te combineren, te analyseren, te kwalificeren, te vergelijken met eerdere ervaringen, te verklaren, in de tijd te zetten en persoonlijk te maken in de war raken? Net als het meisje achter de toonbank dat de cabaretier omschreef?