“Je hoeft niet onzeker over je uiterlijk te zijn.”
“Je zou wat minder mogen drinken dan voel je je fijner.”
“Je hoeft niet altijd voor iedereen te zorgen.”
“Ik gun je dat je meer jezelf zou zijn.”
“Hoe zou het voelen als je wél zou durven?”
Oh, wat willen we graag dat mensen die we aardig vinden, zich meer zouden voelen en gedragen zoals wij denken dat beter voor ze is. We herkennen niet graag onzekerheid in een ander. We zien liever niet dat iemand dikker wordt door een dagelijkse fles wijn. We hebben een mening over dat zorgzame, het gebrek aan jezelf zijn of de angst die we bij een ander (menen) waar (te) nemen.
Als die ander nou XYZ dan zou het zóveel beter zijn. Voor die ander natuurlijk hè? Want voor onszelf maakt het niet uit. Nee, wij accepteren die ander volledig zoals hij/zij is. Ons verbeterplan is echt helemaal ten bate van die ander.
Oeps, wacht… even terug naar de vorige alinea.
“Voor die ander”? Welke “ander”?
We kunnen de buitenwereld, en dus elke ‘ander’ die we waarnemen, alleen ervaren via het denken. Wat betekent dat je nooit die ander waarneemt, maar altijd je denken over die ander. Die ander bestaat helemaal niet buiten jouw waarneming – althans, niet in de vorm waarin jij hem of haar ziet. Jij en ik kijken naar wat we ‘dezelfde persoon’ noemen, maar zien beiden iets totaal anders. Gefilterd en vervormd door ons beider denken, nemen jij en ik allebei een eigen realiteit waar die niets met een objectieve waarheid te maken heeft. Het is eerder een fata morgana die er levensecht uitziet maar feitelijk gewoon een luchtspiegeling is. Een luchtspiegeling waarin mensen verschijnen waarbij we al dan niet verbetergedachten hebben.
Dat wetende… wat blijft er dan nog over van je verbeterdrift?
PS: Verbeterplannen hebben nog een aantal andere interessante facetten. Lees hier de andere artikelen over het verbeteren van jezelf en anderen.