Toen ik in de voorbereiding voor mijn artikel van vorige week even aan het googelen sloeg, kwam ik erachter dat het nummer ‘Het regent zonnestralen’ van Acda en de Munnik niet op zichzelf stond. Nee, er was een deel één van het verhaal van de fictieve Herman waarover er in dat liedje gezongen werd.
‘Als het vuur gedoofd is’ heet het dat nummer. Je hoort hierin hoe Herman tot de beslissing kwam om zijn bekende leven achter te laten en zijn jongensdromen achterna te gaan. Mocht je het niet kennen, je luistert het hier.
Een interessante ontdekking, want er wordt daarin iets heel bijzonders gezongen, namelijk:
“Maar Herman wilde het ooit anders
En denkt daar nu al maanden aan”
Op het eerste gezicht lijkt het misschien niet heel bijzonder dat Herman hierover nadenkt. Hij voelt zich niet fijn en dus wil hij een oplossing. Maar hoe mooi illustreert het de macht en de kracht die gedachten hebben als je ze gelooft? En de manier waarop velen van ons zich in een dergelijke situatie gedragen?
Hoe vaak heb je al niet een kennis van baan zien wisselen omdat hij stress kreeg van het werk dat hij moest doen? Of vanwege de druk die er op hem gelegd werd van bovenaf, of omdat hij stomme collega’s had of een baas die hem niet op waarde schatte. En jij het verhaal aanhoorde en je afvroeg of hij serieus dacht dat een elfde baan in nauwelijks zoveel jaar hem iets anders ging bieden. Lag het probleem niet gewoon bij hem?
Hoe vaak heb je een vriendin relatie zien verbreken omdat ze steeds maar niemand tegenkomt die haar gelukkig maakt? Al haar partners hebben problemen. Vervelende exen, aandacht vragende kinderen of commitment issues. En ze wil ze gewoon voor haarzelf alleen. Ze wil zich geborgen en veilig voelen en niemand kan haar dat bieden.
En hoe vaak heb je een kind absurd hard zien studeren voor een toets, examen of tentamen waarvan jij wist dat de stof allang in zijn of haar hoofd zit? Maar wat niet zo voelt voor het kind in kwestie, omdat er onzekere gedachten zijn. Over falen en de gevolgen daarvan. Over niet succesvol worden en niet goed genoeg zijn voor de mensen om hem of haar heen.
Herman had de gedachte dat zijn leven anders had moeten zijn en voelde zich daar al maanden gemarteld door. En alleen maar omdat de fictieve man niet wist hoe zijn menselijke ervaring tot stand komt. Dat geldt ook voor je kennis, die vriendin en dat kind.
Het voelde logisch voor Herman om actie te ondernemen, aan zijn leven te ontsnappen en zijn vrouw en kind achter te laten. Want hij dacht dat ergens in Nederland, in zijn baan of bij zijn gezin, een probleem zat. Herman dacht te kunnen ontsnappen aan de katalysator van zijn nare gevoelens. De bron van de ellende. Zou hij daar vanaf zijn, was hij vrij.
Jammer genoeg is niets minder waar. De reden voor Herman’s onvrede zat namelijk ingebouwd. In hem. En ook in jou en mij. Daar kan je dus niet aan ontsnappen door je tas in te pakken en te vertrekken naar Frankrijk. Of door je baan op te zeggen, je relatie te verbreken of nog maar een keer je flashcards door te nemen.
Nu klinkt het misschien alsof er geen hoop is op een fijnere ervaring. Maar dat is er wel. Zodra je ziet hoe je menselijke ervaring tot stand komt, kan er wel degelijk iets veranderen. Sterker nog: alles kan veranderen. 😉
Als mensen kunnen we denken en die gedachten met ons bewustzijn realiteit inblazen. We zijn enorm creatieve filmproducers en kunnen de gekste dingen bedenken en animeren, waardoor onze gedachten er levensecht uit gaan zien. En het lastig kan zijn om ze nog te zien voor wat ze werkelijk zijn: vormeloze, vluchtige energie. Het inzicht dat je je gedachten beleeft, niet de waarheid, maakt dat er in elk moment ruimte ontstaat voor een andere ervaring. En dus ook eentje die vrolijker, vrijer en rustiger is.